Katholieke kernnoties kunnen ChristenUnie verrijken
Het rooms-katholiek sociale denken kan een verrijking zijn voor de ChristenUnie, betoogt mgr. dr. Gerard de Korte. Hij schetst de contouren van een bredere, katholieke ChristenUnie.
Door de discussie rond de Drie Formulieren van Enigheid klinken er binnen de ChristenUnie steeds stemmen om een bredere christelijke grondslag voor de partij te kiezen. Dat leidt tot de spannende vraag: Is het niet verstandig om te gaan spreken over een katholieke ChristenUnie?
Nu weet ik dat bepaalde rechtzinnig protestanten een koudwatervrees kennen voor het woord katholiek. Voor hen is dat immers synoniem aan rooms-katholiek. Ik denk daarbij aan de protestantse vertaling van het woord katholiek in de Apostolische Geloofsbelijdenis met het woord “algemeen”.
Maar het gaat mij nu om een definitie van katholiek in de vroegchristelijke betekenis van het woord. Een brede definitie naar de etymologie van het woord: algemeen en universeel. Er zijn dus rooms-katholieken, protestantse katholieken maar ook evangelische katholieken.
Voor een antwoord op de vraag naar de inhoud van het katholiek geloof en de juiste leefwijze van een katholiek christen worden in de eerste eeuwen van de Kerk al snel drie structuurelementen belangrijk: de canon van de Heilige Schrift, de kerkelijke ambten en de vroegchristelijke geloofsbelijdenissen. Binnen het vroegchristelijke katholicisme vormen twee basisovertuigingen het kloppend hart. Allereerst het geloof in de menswording van God in Christus en daarmee nauw verbonden het belijden van God als Vader, Zoon en Geest. Anders gezegd: het spirituele hart van het vroegchristelijke katholicisme vormt het geloof in de incarnatie en het belijden van de triniteit. Dit vinden wij ook terug in de structuur en de inhoud van de geloofsbelijdenissen van de Vroege Kerk, de Apostolische Geloofsbelijdenis en de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel.
Voor een katholieke ChristenUnie kan de Apostolische Geloofsbelijdenis een gemeenschappelijke traditietekst vormen. Overigens zijn het Bijbels getuigenis en de christelijke traditie naar mijn overtuiging niet een-op-een in actuele politiek te vertalen. De ChristenUnie denkt gelukkig relationeel als het gaat om het geloof en richt zich op allen die een relatie met Christus kennen.
Maar ook dan ontkomen wij niet aan interpretatie van het Woord. Het is ook voor christenpolitici altijd uitermate zinvol om te overdenken of zij het Woord werkelijk gehoorzamen, of het laten buikspreken.
Achterban
Een wijziging van de fundering van de ChristenUnie, door de gereformeerde belijdenisgeschriften uit de 16e eeuw te vervangen door vroegchristelijke geloofsbelijdenissen, zoals de Apostolische Geloofsbelijdenis en de belijdenis van Nicea-Constantinopel, kan zowel praktisch als principieel worden bekeken. Wat zijn de argumenten pro en contra een katholieke ChristenUnie?
Praktisch gezien is het mijn inschatting dat er geen grote rooms-katholieke visvijver is voor de ChristenUnie. Ik vermoed dat de partij met name aantrekkelijk is voor de groep katholieken die het christendemocratische gehalte van het CDA te vlak en te flets vinden. Het betreft dan rooms-katholieken die zich of micro-ethisch of macro-ethisch in de ChristenUnie herkennen. Rond kwesties als abortus, euthanasie en prostitutie bestaat er inderdaad congenialiteit tussen het denken van de ChristenUnie en het katholiek sociaal denken. Dat geldt ook voor veel sociale standpunten.
De ChristenUnie moet goed onderzoeken hoe de bestaande aanhang een grondslagwijziging zal waarderen. Het is van groot belang dat er recht wordt gedaan aan de gereformeerde achterban van de partij. Bestaande kiezers moeten natuurlijk een koerswijziging kunnen meemaken en niet weglopen naar bijvoorbeeld de SGP als orthodox-gereformeerde zusterpartij. Op praktische gronden moeten dus eerst alle knopen worden geteld, voordat een wijziging van de partijfundering wordt doorgevoerd. Mijn inschatting is dat een bredere grondslag van de ChristenUnie niet zal leiden tot een groot aantal nieuwe rooms- katholieke kiezers.
Kernnoties
Maar ik wil de eventuele wijziging van de fundering van de partij natuurlijk ook principieel aan de orde stellen. Juist in het licht van de oecumenische toenadering van de laatste halve eeuw zou een partij voor alle christenen, die de navolging van Christus in confessionele politiek willen vertalen, een aantrekkelijke optie kunnen zijn. Het katholiek sociaal denken kan de ChristenUnie met een aantal kernnoties inspireren en verrijken.
Fundamenteel in het rooms-katholiek sociaal denken staat de bescherming van de menselijke waardigheid. Ieder mens is immers geschapen naar Gods beeld. Wie de mens schendt, schendt daarmee de Schepper. Dat vormt de gelovige achtergrond voor het beschermen van het leven vanaf de conceptie maar ook van het oude, aftakelende leven. Dat vormt ook de motivatie voor een actief bestrijden van mensenhandel en prostitutie.
In de liberale visie vormt de samenleving een verzameling van individuen. In een katholiek sociaal denken ontplooit een mens zijn individualiteit in en door de gemeenschap. De mens is principieel een relationeel wezen. Vandaar dat het katholiek denken liever spreekt over personalisme dan individualisme. De mens komt als persoon tot ontplooiing in verbondenheid met anderen en met God als de Ander.
Vanuit het gemeenschapsdenken is het niet verwonderlijk dat solidariteit een belangrijke notie binnen het katholiek sociaal denken vormt. Het gaat om onderlinge solidariteit, juist ook met de mens in nood. Deze notie heeft een stevig Bijbels fundament. Ik noem het Bijbelboek Exodus met het thema van de bevrijding van Israël uit de slavernij. Ik noem het thema verbond. Profeten als Jesaja en Amos gebruiken felle woorden om sociale ongerechtigheid binnen het ene verbondsvolk aan de kaak te stellen. Juist omdat God met het gehele volk een verbond heeft gesloten, mogen de verschillen tussen arm en rijk niet te groot worden. In de lijn van de profeten staat ook het onderwijs van Christus. Hij is beschikbaar voor armen en zieken; voor zondaars en bedelaars. Bij het laatste oordeel zullen de werken van barmhartigheid als kleine daden van humaniteit een belangrijke rol spelen.
Voor een rechtvaardige samenleving is ook de notie van het “bonum commune”, het algemeen welzijn van groot belang. De kwaliteit van de samenleving wordt ernstig bedreigd door een verabsolutering van deel- en groepsbelangen ten koste van de inzet voor het algemeen belang. Het belang van een ontwikkelde publieke moraal moet niet worden onderschat. Vanuit katholiek sociaal perspectief maak ik mij oprecht zorgen over een dominant denken in markttermen als het gaat om publieke taken. In zorg en onderwijs moet productie worden gedraaid. Maar het is belangrijk om juist zorg en onderwijs vanuit bezieling gestalte te geven.
Ten slotte noem ik de notie van subsidiariteit. Iedere samenleving bestaat uit allerlei gemeenschappen. Ik denk aan traditionele gemeenschappen als gezinnen, scholen, kerken, vakbonden en politieke partijen. Maar ik denk ook aan nieuwe gemeenschappen zoals zorg, woon- en energiecoöperaties en allerlei andere nieuwe burgerinitiatieven en sociale netwerken. Volgens het katholiek sociaal denken moeten deze gemeenschappen de ruimte krijgen om zich te organiseren, in relatieve vrijheid ten opzichte van gezag op een hoger niveau. Anders gezegd: binnen het katholiek sociaal denken bestaat een decentrale tendens. De verantwoordelijkheid moet daar worden gelegd waar deze ook gedragen kan worden.
Het hogere gezag vormt een subsidium, een hulp en ondersteuning, voor het lagere gezag. De staat schept randvoorwaarden zodat de samenleving tot bloei kan komen. Het subsidiariteitsbeginsel zet zo een rem op onnodige schaalvergroting, regeldrang en centrale aansturing. De kracht van burgers, groepen en gemeenschappen binnen de samenleving kan zo optimaal worden benut.
Rechtvaardige wereld
Paus Franciscus waarschuwt regelmatig voor een “globalisering van de onverschilligheid” en pleit voor een globalisering van de solidariteit en de barmhartigheid. Voor velen in ons land staat de bestaanszekerheid onder druk. Ik denk aan de grote groep werkelozen en arbeidsgehandicapten maar ook aan kwetsbare flexwerkers en mensen die onvrijwillig zzp’er zijn geworden. Ik noem ook ouderen die bezorgd zijn over een onverzorgde oude dag.
Naar mijn inschatting kan de ChristenUnie inspiratie putten uit het katholiek sociaal denken juist als het gaat om een humanisering van de globalisering en de opbouw van een meer rechtvaardige participatiesamenleving. Het is daarbij goed te beseffen dat de dominante idealen van mondigheid, autonomie en zelfontplooiing weliswaar voor de brede middenklasse motiverend kunnen werken. Maar deze idealen zijn voor kwetsbare mensen uit de groeiende onderklasse onhanteerbaar en keren zich ideologisch zelfs tegen hen. Juist een partij als de ChristenUnie zal dat moeten doorzien en zal voor hen een schild willen zijn. Ook voor kwetsbare en afhankelijke burgers moet een waardig bestaan worden gewaarborgd.
De christelijke inzet voor een minder onrechtvaardige wereld komt overigens niet voort uit een naïef optimisme. Wij weten immers van menselijke gebrokenheid en zondigheid. Het is de Heer Zelf Die voorkomt dat de onrechtvaardigheid van de geschiedenis het laatste woord heeft. Vanuit een Bijbels realisme weten wij dat al ons werken stukwerk blijft, altijd fragmentarisch en bedreigd. Maar deze wereld staat onder Gods belofte. Al onze inzet voor het Koninkrijk, al onze daden van naastenliefde en gerechtigheid zal de Heer bewaren en tot voltooiing brengen. In dat vertrouwen kan een katholieke ChristenUnie, in kracht van Gods Geest, een bijdrage leveren aan een meer duurzame en solidaire wereldorde.
De auteur is bisschop van Groningen-Leeuwarden. Dit is een bewerking van de Groenlezing die hij vandaag uitspreekt in Utrecht. De lezing wordt jaarlijks georganiseerd door de Mr. G. Groen van Prinstererstichting, het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie.