Commentaar: Hebzucht is een kwaad dat niet alleen bankiers in de greep heeft
Veel politici en burgers hebben zich deze week geërgerd aan de opstelling van bankiers. Tijdens een rondetafelgesprek met Kamerleden, afgelopen dinsdag, toonden de aanwezige commissarissen geen enkele spijt over de uitkering van enorme vergoedingen aan topmensen. GroenLinks-Kamerlid Klaver vertolkte het gevoelen van velen: „Ik vind al uw antwoorden stuitend.”
Formeel is er niets tegen de getroffen regelingen in te brengen. Ze zijn juridisch goed afgehecht. Bovendien vergt de internationale concurrentie dat er forse beloningen worden gegeven. Anders krijg je geen toptalent. Dat zijn zo ongeveer de argumenten die bankiers aanvoeren.
Het probleem is echter dat zij niet ingaan op de morele vragen die hier achter liggen. Is het te verdedigen dat banken fors moeten snijden in hun personeelsbestand? Dat de overgebleven werknemers intussen geen loonsverhoging krijgen? Dat de staat de kosten droeg om de banken overeind te houden? Dergelijke vragen bleven onbeantwoord. Het was net alsof ze de bankiers niet raakten.
Bankiers missen kennelijk een moreel kompas dat richtinggevend is voor de uitoefening van hun beroep. Het heeft er veel van weg dat zij alleen maar gedreven worden door hebzucht. Want al staat de afspraak voor een extra loon zwart op wit, het is geen bankier verboden om te zeggen: „Doe dat deze keer maar niet.”
Dat klinkt natuurlijk simpel. Maar de bankier die vrijwillig zo’n stap zet, zou wel een krachtig signaal afgeven. Dat zou respect afdwingen bij mensen. Die stap heeft geen bankier tot op heden gezet. Dat roept ergernis op. Opnieuw is het beeld bevestigd: het zijn graaiers. Onverbeterlijk.
De irritatie bij burgers is groot. Maar is ze helemaal terecht? Weten zij zich zelf vrij van hebzucht? Een onderzoek van de universiteit van Tilburg probeert de drift om geld en bezit te verwerven in kaart te brengen. De uitkomst is weinig verrassend. Vrijwel iedereen is daarmee bezet. Eigenlijk is iedereen uit op ”meer”.
Er is wel enig onderscheid in leeftijd. Senioren zijn minder behept met begeerte dan jongeren. Maar dat geeft ouderen niet het recht om te denken dat het met hen wel goed zit. Immers, van wie heeft de jeugd die hebzucht? Wie is jongeren daarin voorgegaan?
De Bijbel noemt de gierigheid of hebzucht de wortel van alle kwaad. Was de drang tot bezit van een mooie vrucht niet de concrete oorzaak van de zondeval? Wie denkt vrij te zijn van dit kwaad heeft het goed mis. Geen mens gaat vrijuit. Iedereen zal –als hij de kans krijgt– pakken wat er te pakken is. De Franse filosoof Voltaire schreef: „Wat altijd van deze wereld een tranendal maakt en zal maken, is de onverzadigbare hebzucht der mensen.”
De commotie over de houding van bankiers is begrijpelijk. Ze blijven inhalig. Maar laten gewone burgers hun oordeel wel matigen. De drijfveren die zich blijkbaar van bankiers meester hebben gemaakt, bezetten ook hen. Laten beiden luisteren naar Agur, die vroeg gevoed te mogen worden met het brood „van het mij bescheiden deel” (Spreuken 30:8). Dat is genoeg.