Verreweg het meeste opgekochte schuldpapier, in totaal ruim 11 miljard euro, betrof Duitse staatsobligaties. Frankrijk volgde met een bedrag van 8,8 miljard euro, Italië met 7,6 miljard euro. Er werd voor 2,5 miljard euro aan Nederlandse staatsleningen opgekocht. Griekse en Cypriotische leningen komen niet in aanmerking omdat die landen hun overheidsfinanciën onvoldoende op orde hebben.

De ECB begon 9 maart met het opkopen van staatsleningen. Het programma kwam bovenop eerdere maatregelen om de lage inflatie en zwakke economische groei aan te jagen. Door meer geld in de markt te pompen moet de kredietverlening in de eurolanden een impuls krijgen. Dat zou de interne vraag en daarmee de prijzen moeten opdrijven.

De doelstelling van de ECB is om tussen afgelopen maart en september 2016 maandelijks voor gemiddeld 60 miljard euro aan leningen op te kopen, waaronder vooral staatsobligaties. De centrale bank heeft daarbij wel gezegd dat de omvang en duur van het programma kunnen worden aangepast als de inflatie sterker aantrekt dan verwacht of juist onvoldoende.