Moed scheppen
Lukas 23:34
„En Jezus zeide: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.”
God heeft aan vele zondaars reeds vergeving geschonken. Wat Hij gedaan heeft, kan Hij weer doen. Hij heeft inderdaad sommigen genade bewezen en wel aan zulken die zich onderscheiden hebben door vijandschap tegen Christus. Daaruit mogen anderen moed scheppen en hopen op dezelfde genade, wanneer zij op dezelfde wijze daarover boetvaardig en ootmoedig zullen zijn.
Een sprekend voorbeeld is Paulus. Hij zegt van zichzelf: „Die te voren een godslasteraar was en een vervolger en een verdrukker. Maar mij is barmhartigheid geschied, omdat ik het onwetend gedaan heb in mijn ongeloof. Maar daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste ben, al Zijn lankmoedigheid zou betonen, tot een voorbeeld dergenen, die in Hem geloven zullen ten eeuwigen leven” (1 Timotheüs 1:13, 16).
Het is geen kleine bemoediging voor een ziek mens, te horen dat een ander die dezelfde kwaal in nog ernstiger mate had, genezen is. Het is bemoedigend op te merken dat God, terwijl Hij anderen in hun loop in zonden heeft afgesneden, u tot hiertoe heeft gespaard. Het is een bewijs dat God u wil genadig zijn. U behoort de lankmoedigheid des Heeren voor zaligheid te achten (2 Petrus 3:15).
Spreekt het niet van genade tot u, dat Hij niet alleen u gespaard heeft, maar u ook heeft gegeven een hart dat oprecht beschaamd en vernederd is vanwege uw zonden?
John Flavel, predikant te Dartmouth
(”De zeven kruiswoorden”, 1664)