„Wij wonen in Abchazië, maar blijven Georgiërs”
GALI. Het conflict in Oost-Oekraïne dreigt een bevroren conflict te worden. Gebeurt dat, dan zien etnische Oekraïners zich geconfronteerd met nieuwe grenzen en nieuwe heersers. En welke kant kiezen zij dan? De afvallige Georgische regio Abchazië kampt met vergelijkbare problemen.
Als één kudde staan ongeveer dertig mannen en vrouwen bij elkaar, met hun paspoort in de hand. Als ze hun hoofd iets naar links draaien, zien ze een Abchazische uitkijkpost. Kijken ze verder, dan verschijnen de Georgische bergen als achtergronddecor. Voor nu wachten de mannen en vrouwen zwijgzaam op het moment dat een Abchazische douanier hun de doorgang verleent om de grens met Georgië over te steken.
De groep bestaat uit etnische Georgiërs. Ze moeten aan deze kant een Abchazisch paspoort tonen. Bij de Georgische grenspost even verderop komen de Georgische documenten voor de dag.
Dit is het scenario dat alle regio’s die zich afscheiden –zoals het Zuid-Kaukasische Abchazië van Georgië en wellicht in de toekomst het opstandige Oost-Oekraïne– te wachten staat: volkeren bevinden zich tussen nieuwe grenzen. Maar schikken ze zich naar de nieuwe heersers?
De etnische Georgiërs aan de grens hebben hun keus gemaakt. Ze laten hun Georgische nationaliteit niet los. Want met een Georgisch paspoort kunnen ze studeren in Georgië, een pensioen ontvangen vanuit de hoofdstad Tbilisi. Dat is 5000 roebel (80 euro) per maand, tegenover 500 roebel (8 euro) in Abchazië. Bovendien kunnen ze met een Georgische pas naar het Westen reizen. Met een Abchazisch paspoort kom je niet verder dan Rusland.
Officieel is de dubbele Abchazisch-Georgische nationaliteit verboden. Soechoemi en Tbilisi verkeren in staat van oorlog sinds Abchazië zich in 1992-1993 met geweld afscheidde. Een vredesakkoord is nooit getekend. Elke verbinding met Georgië veroorzaakt wantrouwen. Tbilisi kan haar onderdanen gebruiken om de Abchazische identiteit te ondermijnen, redeneren ze.
Verstotene
Georgië is de reddingsboei voor de etnische Georgiërs, die vrijwel allemaal in de grensstreek Gali wonen. Het gelijknamige dorp voelt als een verstotene. De laatste bus naar de Abchazische hoofdstad Soechoemi, 80 kilometer verderop, vertrekt al om 17.00 uur. Grijze flats zijn vervallen. Ramen en plafonds liggen eruit. Zwerfkoeien vreten op straat een kartonnen doos op.
Er is niets te doen in Gali, merkt de 40-jarige Nino op. Alle vermaak is verdwenen. Bij de bushalte runt ze een minisupermarkt. Nino gaat elke maand naar Georgië om 450 lari (185 euro) op te halen. Als teruggekeerde Georgische oorlogsvluchtelinge heeft ze hier recht op.
Hoe komt ze aan de Georgische papieren, terwijl ze Abchazische is? Ze lacht. „Toen ik de Abchazische nationaliteit kreeg, moest ik een document ondertekenen, waarin ik afstand doe van mijn Georgische documenten. Dat heb ik niet gedaan. Anders verlies ik een hoop voordelen.”
De keuze van Nino ondermijnt de loyaliteit aan Abchazië, zegt Inal Chasjig (47), hoofdredacteur van de Abchazische krant Tsjegemskaja Pravda. Een betere integratie van de etnische Georgiërs is de sleutel van het succes van het Project Abchazië, meent hij in een café in Soechoemi.
Dan moeten de sociaaleconomische omstandigheden in de Galistreek wel verbeteren. Dat begint met veiligheid. Chasjig legt uit. De regio is berucht om ontvoeringen tijdens het notenseizoen. Notenboeren verdienen goed geld en zijn daarom doelwit voor criminelen, die losgeld vragen.
De regering moet zorgen voor veiligheid, waardoor de regio aantrekkelijk wordt voor investeerders en de economie een impuls krijgt. Met als gevolg dat de etnische Georgiërs de verleidingen uit Tbilisi kunnen weerstaan. „Voor hen is nationaliteit niet het belangrijkste, maar de sociaaleconomische omstandigheden.”
De 25-jarige Nana warmt zich bij een noodkachel in haar bloemenwinkel in Gali. Als juriste kan ze geen werk vinden. Ze heeft als Abchazische haar Georgische documenten behouden. Nana schat dat vrijwel alle etnische Georgiërs in de Galiregio hun vaderland trouw zijn gebleven. Een vertrek uit Gali ziet ze niet zitten. Hier is ze opgegroeid, hier woont ze met haar gezin. Bij de Abchazische presidentsverkiezingen vorig jaar ontving ze geen stembiljet. Bewust, vermoedt ze. Daardoor voelt Nana zich tweederangsburger. „De Abchaziërs vrezen onze invloed, maar we geven de Georgische nationaliteit niet op. Zonder de Georgische documenten kunnen we niet leven.”
Dit is het slot van een tweeluik over het bevroren conflict in Abchazië.