De kerk in Mardin, die in de negentiende eeuw werd gesticht door Amerikaanse zendelingen, stond sinds 1973 leeg doordat veel protestantse christenen emigreerden. Nadien werd het gebouw beheerd door de Syrisch-Orthodoxe Kerk. De kerk met vijftig zitplaatsen zou binnenkort staats­eigendom worden, doordat ze langdurig niet gebruikt werd.

Oorzaak van de verandering is de start van een kleine protestantse gemeente in Mardin, twee jaar geleden. Ze ontstond uit een gemeente in de nabijgelegen stad Diyarbakir. Sinds 2003 heeft de protestantse kerk daar een eigen gebouw. Twee jaar geleden werd gemeentelid Ender Peker vanuit Diyarbakir uitgezonden naar 
Mardin, met het doel om ook daar een eigen gemeente te starten.

In Zuidoost-Turkije wonen hooguit 4000 christenen, die voor het merendeel behoren tot de Syrisch-Orthodoxe Kerk. Twee eeuwen lang stonden de traditionele kerken en de in de 19e eeuw door Amerikanen geïntroduceerde protestantse kerken tegenover elkaar. Vooral het hoge aantal Syrisch-
orthodoxen dat de overstap maakte naar het protestantisme, was de orthodoxe kerken een doorn in het oog.

De laatste jaren is er sprake van een verbetering van de relatie, zegt voorganger Ahmed Guvener uit Diyarbakir deze week in zijn nieuwsbrief. Met toestemming van de Syrisch-orthodoxen nemen de protestanten de kerk in Mardin daarom weer in gebruik. Eind maart startten vrijwilligers met het schoonmaken en opknappen van de verlaten kerk.

Bij de overdracht van de kerk in Mardin is als voorwaarde gesteld dat de protestanten geen zendingsactiviteiten ontplooien in de richting van orthodoxe christenen. Dat is voor Peker geen probleem, stelt hij. „Mijn doel is niet om te preken voor Syrische of Armeense christenen, maar voor moslims.”

De protestantse gemeente is een inzamelingsactie gestart om de restauratie van de kerk in Mardin te bekostigen. Daar is zo’n 70.000 euro voor nodig. De gerestaureerde kerk moet volgend jaar in gebruik worden genomen.