Buitenland

„Milosevic voorkwam bloedbad in Srebrenica”

De Franse generaal Philippe Morillon, commandant van de VN-macht in Bosnië tijdens de oorlog daar, heeft donderdag voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag verklaard dat Slobodan Milosevic in 1993 heeft voorkomen dat de Bosnisch-Servische troepen een slachtpartij in Srebrenica aanrichtten.

Buitenlandredactie
13 February 2004 09:00Gewijzigd op 14 November 2020 00:57

Morillon was commandant van Unprofor van september 1992 tot juli 1993. Hij was de man die in maart 1993 Srebrenica bezocht en het uitriep tot veilig gebied. De stad werd toen al af en toe beschoten en had te lijden onder blokkades van de Bosnische Serviërs. Moslimtroepen hadden Servische burgers aangevallen en Morillon voorzag naar eigen zeggen dat de Bosnische Serviërs bloedig wraak zouden nemen.

Morillon wendde zich tot Milosevic, „de enige persoon die mij kon helpen.” Hij vertelde Milosevic dat er in Srebrenica „iets verschrikkelijks” stond te gebeuren. Volgens Morillon hebben de Bosnische Serviërs toen onder druk van Milosevic afgezien van moordpartijen in Srebrenica. Zeker tot mei 1993 had Milosevic de leiding van de Bosnische Serviërs onder controle, zei Morillon.

De aanklagers moeten bewijzen dat Milosevic -toen president van Servië en officieel zonder macht in Bosnië- bepaalde wat de Bosnische Serviërs deden, of op zijn minst dat hij hen had kunnen tegenhouden, om hem veroordeeld te krijgen wegens genocide. Schriftelijk bewijs daarvoor is er niet. Milosevic zei op de verklaring van Morillon dat hij in 1993 inderdaad een slachtpartij heeft voorkomen. In 1995 had hij de controle over Karadzic en Mladic naar eigen zeggen verloren, waardoor hij niet kon voorkomen dat die in Srebrenica alsnog massaal mensen uitmoordden.

Nadat Morillon de moslims van Srebrenica bescherming had beloofd, was het aan het onderbewapende Nederlandse bataljon Dutchbat daarvoor te zorgen. Toen de Bosnische Serviërs in juli 1995 de aanval op de stad openden konden die weinig uitrichten. Meer dan 7000 mannen en jongens werden vermoord.

Het was donderdag precies twee jaar geleden dat het proces tegen Milosevic begon.

Donderdag is verder bekend geworden dat Biljana Plavsic, tijdens de oorlog een naaste medewerker van de Bosnisch-Servische leider Radovan Karadzic, naar Den Haag is gereisd. De aanklagers zien er echter toch van af haar op te roepen als getuige. Vandaag zou Plavsic teruggaan naar Zweden. Plavsic heeft een deal met de aanklagers gesloten en kreeg een relatief lichte straf van elf jaar gevangenisstraf, die ze in Zweden uitzit. De 73-jarige Plavsic heeft voorzover bekend altijd geweigerd tegen andere verdachten te getuigen.

Het VN-hof maakte donderdag bekend dat Milosevic op 19 mei moet beginnen met zijn verdediging voor het Joegoslavië-tribunaal. De aanklagers begonnen twee jaar geleden, op 12 februari 2002, met de presentatie van hun zaak en moeten die volgende week donderdag afronden. Milosevic moet dan tot uiterlijk 1 april zijn getuigenlijst indienen. Op 23 april wordt de presentatie van de zaak van de verdediging in een hoorzitting besproken.

In de eerste twee jaar van het Milosevic-proces zijn tot nu toe 298 getuigen opgeroepen. Milosevic gaf tijdens een verklaring in 2002 al te kennen dat hij onder anderen de Franse president Chirac en de Amerikaanse ex-president Clinton als getuigen wil oproepen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer