Economie

„Rabobank heeft groot en klein even lief”

UTRECHT. De Rabobank maakt bij kredietverlening in de agrarische sector geen onderscheid tussen grote en kleine bedrijven. Dat verzekerde Ruud Huirne, directeur food & agri Nederland, woensdag in zijn jaarlijkse gesprek met landbouwjournalisten.

2 April 2015 11:00Gewijzigd op 15 November 2020 17:53
UTRECHT. De Rabobank zegt grote agrarische bedrijven niet voor te trekken bij kredietverlening. Foto: hoofdkantoor van Rabobank Nederland. beeld ANP
UTRECHT. De Rabobank zegt grote agrarische bedrijven niet voor te trekken bij kredietverlening. Foto: hoofdkantoor van Rabobank Nederland. beeld ANP

Van tijd tot tijd duiken er in de media berichten op dat de Rabobank grote land- en tuinbouwbedrijven die in financiële problemen zijn gekomen langer de hand boven het hoofd houdt dan kleine bedrijven. Eerder dit jaar laakten bijvoorbeeld Westlandse glastuinders deze vermeende voorkeursbehandeling door de bank in het tv-programma Brandpunt.

Huirne, die zich voor de tv-camera nog op de vlakte leek te houden, liet woensdag weten dat de bank nooit ingaat op de situatie van individuele ondernemers. „Dat is een kwestie van vertrouwen. Maar het klopt niet. Wij hebben in de sector food & agri 57.000 klanten in alle soorten en maten. Er is geen bewust beleid om met grotere bedrijven langer door te gaan.”

De directeur zei wel dat de bank –die in de agrarische sector marktleider is– „niets tegen schaalvergroting heeft”, mits daarvoor maatschappelijk draagvlak bestaat. Dat laatste kan per regio verschillen. „In Noord-Brabant zal het haast niet mogelijk zijn om een stal voor 200 koeien te bouwen, terwijl ze in Friesland misschien zeggen: zet er gelijk maar een voor 400 koeien neer.”

Schaalvergroting moet geen doel op zich zijn, vindt Huirne. „Het is alleen zinvol als de ondernemer zijn concurrentiepositie kan verbeteren. Wij vinden dat bedrijven zich moeten kunnen ontwikkelen. Daarom zijn we ook blij met de Algemene Maatregel van Bestuur die staatssecretaris Dijksma deze week afkondigde. Daarmee wordt voorkomen dat bedrijven op slot gaan.”

De AMvB waar Huirne op doelt, regelt dat melkveehouders na afschaffing van de Europese melkquotering (woensdag) hun bedrijven mogen uitbreiden mits de grondgebondenheid gewaarborgd blijft. Naarmate het fosfaatoverschot door de uitbreiding toeneemt ten opzichte van 2014, moet de betrokken boer relatief meer grond aankopen.

Boeren en tuinders met al te enthousiaste uitbreidingsplannen worden door de bank soms teruggefloten. „Te vaak zien we zeer optimistische plannen. Als wij dan kritische vragen stellen, is een ondernemer misschien teleurgesteld. Maar het komt erop aan dat de kostprijs in de hand wordt gehouden. Die kan te hoog worden door hogere financiële lasten”, zei Huirne.

De bank heeft als uitgangspunt dat ondernemers op eigen kracht twee slechte jaren moeten kunnen overbruggen. Huirne waarschuwde dat melkveehouders hier meer dan vroeger rekening mee moeten houden. De prijs die zij voor de geleverde melk ontvangen, schommelt tegenwoordig veel sterker dan toen Brussel de vinger nog aan de pols hield. „Ondernemers moeten zorgen voor voldoende liquiditeit en buffers opbouwen.”

De Rabobank had vorig jaar voor 12,1 miljard euro aan krediet in de melkveehouderij uitstaan, dat is een toename van 3,5 procent vergeleken met 2013. In de akkerbouw pakte de groei even sterk uit. Akkerbouwers hadden bij de bank vorig jaar 3,0 miljard euro aan leningen. In alle andere agrarische deelsectoren liep het financieringsvolume terug. Dat wil niet zeggen dat het overal slecht gaat. „Sommige ondernemers hebben ervoor gekozen extra af te lossen of investeringen uit te stellen. Ook het aantal bedrijven loopt terug”, aldus Huirne.

Glasgroente

De bank maakt zich zorgen over de glasgroenteteelt. Zestig procent van de Rabobankklanten in deze sector was afgelopen jaar niet in staat om zijn verplichtingen aan rente en aflossing volledig te voldoen. Huirne laakte de versnipperde afzetstructuur en het ontbreken van regie in de keten. „Markten bewegen zich rond het verzadigingspunt en groeien nauwelijks. Daardoor leidt een klein overschot direct tot forse daling van de prijzen die de tuinders voor hun groenten ontvangen. Maar we kunnen de schuld niet blijven geven aan Spanje of Marokko. Nederland is concurrent van zichzelf.”

Wiebe Draijer, sinds een halfjaar topman van de Rabobank, stipte het verscherpte toezicht op de banken en de daarmee gepaard gaande kapitaaleisen aan. Draijer zei dat de bank daarom op zoek is naar „nieuwe manieren van financiering” die minder op de balans van de bank drukken. Hij noemde crowdfunding en het aantrekken van externe investeerders. Huirne wees nog op de mogelijkheid om bijvoorbeeld nieuwe machines te leasen in plaats van te kopen, een methode die volgens hem in de land- en tuinbouw nog wordt onderschat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer