Schuldvergeving
Lukas 23:34a.
„En Jezus zeide: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.” Zelfs degenen wier goddeloze handen Christus hadden gekruisigd, konden vergeving verkrijgen door het bloed dat zij hadden vergoten. Het is een genadig ontslag van de schuld der zonde.
Vergeving kan alleen daar geschonken worden waar schuld is. Schuld is een verplichting tot straf. Vergeving is een ontheffing van die verplichting. Schuld is de keten waarmee zondaren door de wet zijn gebonden. Vergeving neemt de ketenen af en stelt den zondaar in vrijheid. „Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het Die rechtvaardig maakt. Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is” (Romeinen 8:33).
Vergeving betekent kwijtschelding aan een gelovig, boetvaardig zondaar. Ongeloof en verstoktheid zijn niet alleen zonden in zichzelf, maar zij hechten ook alle andere zonden vast op de ziel. Maar: „Van alles, waarvan gij niet kondet gerechtvaardigd worden door de wet van Mozes, door Deze een iegelijk die gelooft, gerechtvaardigd wordt” (Handelingen 13:39). „Betert u dan en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden” (Handelingen 3:19). Dit is de wijze waarop God vergeving schenkt aan zondaren. De zonde wordt ons om Christus’ wil kwijtgescholden. Hij is de verdienende oorzaak van de vergeving. „God in Christus heeft ulieden vergeven” (Efeze 4:32). Het is alleen Zijn bloed dat de kwijtschelding heeft verworven. Dit is in het kort de natuur van vergeving.
John Flavel, predikant te Dartmouth (”De zeven kruiswoorden”, 1664)