EO: niet langer de hoeder van het heilige
In 2009 wordt EO-manager Peter Beker bij de arm gepakt. „Peter, ik heb nu iets gezien, dat moet jij ook zien!” Het is Jacco Doornbos, een bevriende producent bij Eye2Eye Media. Die heeft in Manchester iets gezien waar hij zo enthousiast over is dat hij het concept overzee wil halen. The Passion, een groot evenement over het lijden en sterven van Jezus Christus, live uitgezonden door de BBC.
„In dit vak zijn er niet veel dingen waar ik snel kippenvel van krijg”, blikt Beker terug in het EO-gebouw te Hilversum. „Maar ik zag het, en was het met hem eens.”
De EO besluit The Passion aan boord te halen en klopt al snel aan bij de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), de Rooms-Katholieke Kerk en omroep RKK. Beker: „The Passion is zo’n groot missionair statement, dat kan niet alleen worden opgehangen aan de EO.”
Een evenement over Jezus’ lijden en opstanding. De EO heeft aan tafel met de televisiebazen in Hilversum wel wat uit te leggen. Uiteindelijk geeft Roek Lips, destijds de netmanager van Nederland 3, de omroep het voordeel van de twijfel. „Hij zei: ik wil jullie wel een kans geven.”
Maar zo groot als het enthousiasme van Beker, zo hevig is de kritiek uit reformatorische hoek – nog voordat de eerste editie in 2011 de ether in gaat. De gereformeerde gemeente, de beide gereformeerde gemeenten in Nederland en de plaatselijke SGP te Gouda roepen het gemeentebestuur in een brief ertoe op de vergunning voor het passiespektakel in te trekken. De briefschrijvers hebben ernstige bezwaren tegen „de eigentijdse manier van het in beeld brengen” van Jezus’ lijden en opstanding. „Het stuit ons tegen de borst dat door luidruchtige (pop)muziek en verfilmd naspelen van het lijden van Jezus dit tot onderwerp van een evenement wordt gemaakt.”
Woord voor de wereld
Een streep door het „brede draagvlak van lokale kerken”, waar de christelijke omroepen met The Passion nadrukkelijk op inzetten. Draagvlak vinden de EO en de RKK wel onder veel televisiekijkers. The Passion blijkt in opeenvolgende jaren een zogenoemd kijkcijferkanon. Vorig jaar bracht het evenement in Groningen maar liefst 20.000 bezoekers op de been, en dat is nog maar een fractie vergeleken met de 3,2 miljoen televisiekijkers.
„Met The Passion hebben we een goede balans gevonden”, schrijft de EO tevreden in zijn jaarverslag, „tussen enerzijds de eisen van het net, en anderzijds het brengen van een onderscheidende christelijke boodschap.”
Die balans houdt de omroep al vanaf de oprichting in 1967 in beweging. Het is de tijd van de rumoerige sixties en het verzuilde omroepbestel vervaagt. Met de slagzin ”Wij hebben een woord voor de wereld” profileert de omroep zich als orthodox tegenwicht in een medialand op drift. De creationistische tv-serie ”Adam of Aap?” geldt als schoolvoorbeeld voor de vroege EO-koers: een top-downprogrammering met een fundamenteel-christelijk geluid.
Onder externe druk wordt de EO echter gedwongen zich te heroriënteren op de eigen missie en identiteit. Programma’s moeten voldoen aan de eisen van de netmanager en een bijdrage leveren aan het marktaandeel en de profilering van een net. De strategie van het tegengeluid, van het ”wij tegen de samenleving”, volstaat niet langer. Eind jaren 80, begin jaren 90 verandert de koers. De EO richt zich voortaan sterker op programma’s waarmee seculiere kijkers worden bereikt.
Geen colleges creationisme meer, wel aangekochte BBC-series als ”Planet Earth” en ”Life”. De omroep wil zo veel mogelijk mensen uit de achterban bereiken, maar richt zich in de eerste plaats op de onkerkelijke medemens. Voorzichtig steekt de omroep over van kerkplein naar marktplein. Met de doelstelling uit 1967 nog voor ogen, getuigt het meerjarenplan 2014-2017: „de bevordering van de verkondiging van het Koninkrijk van God door de prediking van het Evangelie van Jezus Christus.”
Die verkondiging is soms expliciet, vaker impliciet – „door te laten zien wat het christelijk geloof betekent in het dagelijks leven en in relaties met anderen.” Kijkers zijn wars van preek-tv, allergisch voor de boodschap dat er maar één waarheid is. Om binding te houden, gaat de EO liever naast de kijker staan. Programma’s vanuit „de levende werkelijkheid.” Daarbij vormen de thema’s schepping, samenleving en geloven de kapstok waar de omroep zijn programma’s aan ophangt.
En die laatste is veruit de spannendste. Want hoe bereik je de kijker, die makkelijk wegzapt als een programma hem niet bevalt, met de boodschap van het Evangelie?
Devotie of spektakel
Vormgeving is daarbij ondergeschikt. „Onze identiteit ligt niet in een bepaalde historische vormgeving van het christelijk geloof, maar in Jezus Christus”, stelt de EO. „Aansluiten bij de leefwereld van mensen mag echter niet betekenen dat wij concessies doen aan de boodschap van het Evangelie. Wij moeten erkennen dat de boodschap van het Evangelie ook weerstand en verzet zal oproepen.”
Maar zit daarin niet de crux? Dat de boodschap op het marktplein te weinig weerstand, te weinig verzet oproept? Cultuurtheoloog Frank Bosman labelde het evenement als een „tandeloos modieus christendom zonder stekeligheid”, de Volkskrant sprak van een „kakelbontgekleurd ietsisme” en tv-recensent Hans Beerekamp vroeg zich in NRC Handelsblad af: „Waar kijken we nu eigenlijk naar: devotie of spektakel? Het volk vindt het prachtig, maar niet omdat dit verhaal nog erg diepe wortels heeft.”
„Toch vertellen we het paasverhaal onopgesmukt”, vindt Peter Beker. „Theologisch gezien is er niets op aan te merken. Het paasverhaal kent vele facetten: liefde, trouw, vergeving, verraad. Daar herkennen kijkers zich in en dat maakt wat los.”
Die gedeelde herkenning stuit veel christenen echter tegen de borst. Een moslima die in de processie het kruis „uit verbondenheid” draagt, een niet-christen die voor de camera zegt „dat het oude verhaal hem zo aanspreekt”: iedereen lijkt opeens met het kruis aan de haal te gaan. Voor christenen is het kruis de kern van hun geloof, als symbool van vloek en vergeving. Beker erkent die betekenis volmondig. Maar op televisie kan het Evangelie volgens hem niet worden verpakt in termen van zonde en bekering. „Dat zijn woorden die niet landen. Mensen hebben geen perceptie meer van zonde. Maar wat wij laten zien, is dat het met de kruisiging van Jezus het paasverhaal nog niet is afgelopen.”
Koorddansen
Daarin zit de kracht van The Passion, vindt ook theoloog Benno van den Toren. Hij was er vorig jaar bij, op de Vismarkt in ‘zijn’ Groningen. „Een verhaal over naastenliefde en zorg voor elkaar, hoorde ik de verteller openen. Dat was het moment dat ik de neiging had om volstrekt af te haken. Als het paasverhaal wordt afgeplakt tot waar de seculiere Nederlander iets mee kan, dan hoeft het voor mij niet.” Maar hij draaide bij, die avond. „Sommige elementen in The Passion zijn niet zomaar klein te krijgen in hoe ze worden verteld. De instelling van het heilig avondmaal, de opstanding. Kijk, je moet The Passion niet evalueren in de zin van: is dit nu de precieze verzoeningstheologie? In die zin is het concept ook niet apologetisch. Eerder is het evenement een middel om aandacht te vragen voor evangelisatie.” Dat deed zijn kerkelijke gemeente in Groningen vorig jaar. De hervormde Martinikerk hield voor en na het evenement open huis.
Maar veel kritiek op The Passion raakt niet alleen de boodschap, ook de vorm. Het lijdensverhaal van Jezus, opgevoerd door BN’ers en gelardeerd met popsongs – voor velen is ”oneerbiedig” nog een understatement. „Ook sommige EO-collega’s vinden dat een brug te ver”, geeft Beker toe. „En ik kan me dat voorstellen. Volgens mij heeft dat ook te maken met hoe je bent opgevoed, cultuur, smaak.”
Tegelijkertijd vindt hij het „aanmatigend” dat de EO „de hoeder moet zijn van het Evangelie van Jezus Christus. Met alle eerbied gesproken: daar kan Hij Zelf ook heel goed voor zorgen. Wij hebben niets anders te doen dan mensen met het Evangelie in aanraking te brengen.”
Wel geeft hij aan dat de EO „zorgvuldig heeft nagedacht” over de kruisiging – om die op een „heel prudente manier” in beeld te brengen. „Daar kun je veel voor bedenken, maar uiteindelijk gebeurt er televisie-technisch helemaal niets. De kijker ziet een paar iconische afbeeldingen, maar uiteindelijk staat daar alleen een verteller.”
Zijn er dan geen kritiekpunten die hij serieus oppakt? Beker: „De keuze voor The Passion is zo fundamenteel dat het weinig zin heeft dingen te veranderen. Kritiek nemen we altijd serieus, al zeg ik: blijf weg van het oordeel dat de EO niet christelijk genoeg zou zijn. Het verhaal vertelt zichzelf. Alles wat eromheen gebeurt, doet daar niets aan af.”
Meerduidig
Dat het verhaal zichzelf vertelt, is iets wat Mirella Klomp bestrijdt. Zij doet als senior onderzoeker aan de Protestantse Theologische Universiteit onderzoek naar de beleving van The Passion. Uit haar analyse komt naar voren dat de betekenissen die aan The Passion worden toegekend, niet alleen divers, maar soms ook tegenstrijdig zijn. De betekenissen zijn van individu tot individu en van groep tot groep verschillend.
Klomp omschrijft The Passion als „complex, gelaagd en meerduidig.” De een ervaart The Passion als een esthetische beleving, de ander als amusement, een derde als een religieus evenement en een vierde als culturele verrijking. Bovendien zijn zulke categorieën niet altijd scherp van elkaar te onderscheiden. Klomp: „Dé betekenis van The Passion bestaat niet. Bezoekers kennen uiteenlopende betekenissen toe: van gratis popconcert tot moderne liturgie, en van stadsmarketing tot heiligschennis.”
Terwijl voor de EO het lijden, sterven en de opstanding van Jezus Christus tot de kern behoren, maakt The Passion duidelijk dat de omroep geen monopolie heeft op de betekenis van zijn eigen productie. Pijnlijk voor de kritische achterban van de EO, wanneer het lijden en sterven van Jezus Christus verwordt tot een ‘popcorn-Pasen’ – waarbij het heilsfeit voor het publiek blijft steken bij licht verteerbaar amusement.
„Als omroeporganisatie kunnen wij vaak niet meer doen dan mensen aan het denken zetten en het christelijk geloof publiek zichtbaar maken in onze samenleving”, stelt de EO. „Dat betekent dat wij slechts een schakel vormen in de verkondiging van de christelijke boodschap.”
En daarbij verkent de EO zijn grenzen. Beker: „Onze missionaire drive is zo groot dat wij meer ruimte moeten innemen dan andere mensen. Maar dat is onze opdracht. In de media moet je een aantal wetten hanteren. Als je dat niet wilt, moet je de Evangelische Omroep niet willen zijn.”
Over The Passion
The Passion is een muzikaal evenement op Witte Donderdag waarbij bekende artiesten, aan de hand van hedendaagse Nederlandse muziek, het paasverhaal van Jezus’ kruisiging en opstanding hervertellen. In Enschede vindt dit jaar de vijfde editie plaats. The Passion wordt geproduceerd door Eye2Eye Media en is een samenwerking tussen de omroepen EO en KRO, de Protestantse Kerk in Nederland, het Nederlands Bijbelgenootschap, Jong Katholiek en de gemeente Enschede.
Het is voor het eerst dat de KRO meewerkt, een gevolg van het wegbezuinigen van omroep RKK. KRO-woordvoerder Reinder van Dijk: „Omroep RKK maakt nu deel uit van het omroepbedrijf van KRO-NCRV maar houdt per 1 januari 2016 op te bestaan. Besloten is om nu al The Passion de KRO onder te brengen. Sowieso komt het katholieke geluid weer sterker terug in onze KRO-programmering, dat zie je bijvoorbeeld terug in het uitzenden van de eucharistievieringen en een programma als Kruispunt.”
„IJkpunt blijft dat recht gedaan wordt aan hele boodschap”
„Meerdere keren” keek prof. dr. Jan Hoek naar The Passion. Voor de bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit aan de Protestantse Theologische Universiteit is er „veel aan gelegen” om aandacht te genereren voor het lijdensevangelie van Christus. „Met The Passion worden vele mensen bereikt die op andere manieren niet in aanraking komen met het Woord. Toen vorig jaar het evenement in Groningen plaatsvond, heb ik als gastpredikant op de kansel van de Martinikerk van harte om Gods zegen over dit gebeuren gebeden.”
De EO kiest bewust voor een paasverhaal met meerdere facetten: liefde, trouw, vergeving. Sommigen vinden dat daarmee de boodschap van het kruis verschraalt. Terecht?
„Uiteraard moet de invulling van het script kritisch vanuit de kerken worden gevolgd. Maar waardering voor de inzet van de christelijke omroepen moet toch vooropstaan. Het belangrijkste ijkpunt blijft dat recht gedaan wordt aan de complete boodschap. Inclusief de ergernis, het struikelblok, dat met het Evangelie gegeven is: dat wij mensen redding nodig hebben vanwege onze zonde en schuld en dat we onszelf niet kunnen redden. Bijbelse kernbegrippen moeten wel naar het grote publiek vertaald worden, maar ze mogen niet uitgevlakt worden. Als duidelijk wordt dat zondigen betekent: het doel missen, dan is dat een prima vertolking.”
De populariteit van het evenement hangt nauw samen met de inzet van popsongs en BN’ers. Hoe waardeert u dit format?
„Het blijft moeilijk dat sommige artiesten niets met het geloof hebben en van wie de levensstijl haaks staat op de christelijke moraal. Daar moet een grens worden getrokken. Overigens heb ik er net zo goed moeite mee wanneer een openlijk ongelovig en onverschillig iemand de Christus-partij in de Matthäus Passion zingt.
Ook het liederenrepertoire moet zorgvuldig gescreend worden. Niet elke popsong is onbruikbaar, maar voor veel nummers geldt wel dat ze te ver van de context en de geest van het Evangelie staan om te kunnen worden gebruikt in dit kader.”
Stel: u wordt gevraagd om mee te schrijven aan het script voor The Passion. Wat zou u doen?
„Gesteld dat ik daarvoor de gaven had, dan zou ik zeker die punten verwerken waar de boodschap van het Evangelie schuurt met de menselijke hoogmoed. Zo gemakkelijk vereenzelvigen we ons met de”good guys”, maar het echte Evangelie maakt duidelijk dat we diep schuldig staan aan de kruisdood van Jezus. Als dat niet helder overkomt, hebben we de plank mis geslagen, of zelfs de ergernis van het kruis weggenomen.”