Seksuele opvoeding zonder kramp
„Ieder echtpaar weet uit eigen ervaring wat seksualiteit inhoudt. Dus ik zou zeggen: Begin gewoon met seksuele opvoeding van je kinderen.” Dat is het advies van drs. A. de Muynck, orthopedagoog en lector aan christelijke hogeschool De Driestar in Gouda.
Boeken over seksuele voorlichting zijn er te over. Toch blijven ouders met veel vragen zitten, erkent De Muynck. „Het fenomeen seksualiteit hangt zo in de lucht, dat veel ouders denken: Ons kind weet alles al over seksualiteit, en misschien nog wel meer dan wij zelf weten. Daarnaast kom je in de gereformeerde gezindte veel schroom tegen om dit thema in het gezin aan de orde te stellen. Hoewel er veel materiaal over seksuele voorlichting is, kunnen we het maar moeilijk in de dagelijkse opvoeding inpassen.”
De Muynck merkt op ouderavonden van scholen bovendien dat lang niet alle ouders op de hoogte zijn van het feit dat er al veel over dit onderwerp geschreven is. „Het blijkt dat we juist de ouders van een kwetsbare groep als vmbo-scholieren moeilijk kunnen bereiken. Voor hen is vroege voorlichting belangrijk. Havo- en vwo-leerlingen zijn terughoudender in het aangaan van seksuele contacten dan hun vmbo-leeftijdsgenoten.”
Daarom juicht De Muynck het toe dat diverse reformatorische middelbare scholen met ouderavonden of speciale projecten ingaan op de problematiek. „Scholen hebben direct toegang tot de ouders. Dat is een groot verschil met preventieteams van Eleos. Die kunnen nooit zelfstandig alle beoogde doelgroepen bereiken.”
In het recente verleden was De Muynck betrokken bij het opzetten van het lespakket ”Wonderlijk gemaakt”, geschikt voor de hoogste groepen van de basisschool. Vast onderdeel in dat programma is ook een introductieavond voor ouders. „Wat mij steeds opvalt, is dat ouders het goed vinden dat de school er systematisch aandacht aan besteedt. Ik merk ook dat een deel van de ouders heel bewust seksuele voorlichting geeft. Iedere ouderavond staat een gepassioneerde ouder op die iets uit eigen ervaring vertelt. Maar er is ook veel onkunde onder ouders. Al is de maatschappij doordrenkt van seks, velen weten niet wanneer een meisje vruchtbaar is.”
Nog altijd reageren ouders verbaasd als De Muynck hun adviseert kinderen voor de tiende verjaardag seksueel voor te lichten. „Volwassenen vinden kinderen dan nog te naïef, of zijn bang dat ze te veel bij hun kinderen losmaken. Terwijl juist rond het tiende levensjaar een risicoperiode is. Misbruik begint vaak op deze leeftijd, omdat kinderen zich dan lichamelijk sterk ontwikkelen.”
Vieze grapjes
Over het algemeen is het goed als ouders hun kinderen over seksualiteit inlichten als die tussen zeven en tien jaar oud zijn, stelt de lector aan De Driestar. „Denk aan jongeren die in groep 7 en 8 van de basisschool zitten. Deze kinderen zijn nog erg ontvankelijk voor informatie. Daarom moeten scholen er dan aandacht aan besteden.”
Vertel bijna alles, is het advies van De Muynck. „Ik bedoel dat echt zo concreet mogelijk. Waarom niet? Er is zo veel onduidelijkheid, kinderen komen thuis met vieze grapjes of toespelingen. Ze mogen best weten wat geslachtsgemeenschap precies voorstelt. En als ouders het moeilijk blijven vinden, kunnen ze ook aan de hand van bijvoorbeeld boeken van mevrouw Teerds-Gertenbach het onderwerp aansnijden. Het verbaast me iedere keer weer dat veel mensen niet weten dat die boekjes er zijn.”
Ouders moeten niet te krampachtig omgaan met het bespreken van seksuele thema’s, denkt De Muynck. „Je kan op een ongedwongen manier uitleggen wat het verschil is tussen een jongen en een meisje. De inbedding van dit thema is ook van groot belang. Hoe ga je met elkaar om volgens bijbelse normen? De Catechismus zegt dat we anderen geen schade mogen berokkenen. Dat gaat verder dan niet mogen schoppen en slaan. Het heeft ook betrekking op seksueel gedrag. Als je gewend bent gewelddadig met elkaar om te gaan, heeft dat ook uitstraling op seksualiteit. Als een kind in het gezin zich aanwent zijn frustraties direct te uiten, zal het later moeite hebben met het tonen van respect, tederheid en intimiteit. Juist deze dingen zijn zo belangrijk in seksualiteit.”
Bescherming
De Muynck noemt het van groot belang hoe over de verschillende seksen wordt gepraat. „Alleen in stereotype, vernederende beelden? Je begrijpt niet dat er nog mannen zijn die denigrerende opmerkingen over vrouwen maken. Als je in een sfeer opgroeit waarin de vrouw een gebruiksvoorwerp is, is dat bepalend voor hoe jij later met je vrouw omgaat.”
De huidige cultuur brengt de vrouw ook als lustobject naar voren, erkent De Muynck. „Een vrouw wordt zo verleidelijk mogelijk voorgesteld. Feministen zouden dat toch niet moeten accepteren?”
Een groot verschil met vroeger is dat ouders hun kinderen nu bijna niet meer kunnen beschermen tegen seksuele prikkels, stelt De Muynck. „Ik vraag me af of we bescherming zullen vinden in vormen van bestrijding. We moeten onze kinderen leren dat seksualiteit in het christelijk leven anders is dan het cultiveren van je eigen lusten. Het is een uitdaging voor het christelijke gezin om kinderen te laten merken dat er meer wezenlijke dingen in het leven zijn. De grote vraag is of je er constant op uit bent eigen lusten te bevredigen, alleen maar fijne dingen te doen, of dat je leert dienstbaar aan een ander te zijn. We leven zo dubbel. Er wordt een ascetische levensstijl gepreekt, maar we vergalopperen ons aan alle geoorloofde zaken. Er is een overvloed aan leuke dingen. Daar moet je mee leren omgaan. Laat in het gezin vooral merken dat je er bent voor mensen die de ander echt nodig hebben.”