Lessen staatsinrichting herzien: Groot-Brittannië is tóch coalitieland
APELDOORN. Groot-Brittannië is geen land voor coalities, leerden scholieren over de hele wereld. Maar dat is sinds gisteren achterhaald. Toen maakte een samenwerkingsverband van twee partijen immers een hele zittingstermijn in het Lagerhuis vol.
Maar dat is nog niet al het nieuws. Waarschijnlijk volgt er na de verkiezingen van 7 mei opnieuw een coalitieregering. Volgens de peilingen krijgt namelijk geen van de beide grote partijen (Conservatieven en Labour) de meerderheid.
Voor de Britten is zo’n ”hung parliament” iets ongewoons. Het districtenstelsel leidt doorgaans tot twee grote partijen en enkele kleinere. Een van die twee grote partijen heeft dan een duidelijke meerderheid.
De Britse politiek krijgt echter te maken met hetzelfde verschijnsel als de Nederlandse: de verkruimeling van de grote partijen en de opkomst van de kleinere. In de twintigste eeuw kwam het maar drie keer voor dat één partij geen meerderheid haalde, maar nu lijkt dit voor de tweede keer achter elkaar te gebeuren.
In 2010 traden de Liberaal Democraten aan als coalitiepartner, maar in die rol kwamen ze niet goed uit de verf. De partij staat in de peilingen op 8 procent.
Vrijwel zeker moeten de Liberaal Democraten –voor het eerst sinds lange tijd– hun positie als derde partij afstaan aan de nationalisten van UKIP (United Kingdom Independence Party), die pleit voor het onmiddellijk verlaten van de Europese Unie. Vanwege het kiesstelsel deed deze beweging tot nu toe nooit mee aan de verkiezingen voor het Lagerhuis. Het kiesstelsel voor het Europees Parlement werkt makkelijker voor kleine partijen, en dus is deze anti-Europese partij ironisch genoeg alleen vertegenwoordigd in Brussel en Straatsburg. Maar vanaf 7 mei wordt ze dus mogelijk de derde in Westminster.
Er zijn meerdere oorzaken voor de opkomst van UKIP. Eén daarvan is de altijddurende onvrede van de Britten met de EU. De Conservatieven zijn daar al dertig jaar intern over verdeeld. Daarbij komt de populariteit van UKIP-leider Farage. Hij staat bekend als een geweldig debater.
Maar er is nog een ander punt. UKIP is momenteel de enige van de grote partijen die vasthoudt aan het huwelijk als een relatie van man en vrouw.
De openstelling van het huwelijk voor homoseksuelen heeft grote verdeeldheid gebracht binnen de Conservatieve regeringspartij. Een meerderheid van de Conservatieven stemde ertegen in het Lagerhuis. De wet werd met behulp van Labour aangenomen.
De invoering van het homohuwelijk heeft veel onzekerheid in de samenleving gebracht. Vooral christenen voelen zich, getuige een enquête door de Britse mensenrechtencommissie, zeer onzeker over hun positie. Het ligt voor de hand dat de steun voor UKIP ten minste voor een deel deze achtergrond heeft, hoewel dit tot nu toe in de campagne geen rol speelt.
Wie op 7 mei de grootste partij wordt, geven de peilingen niet duidelijk aan. De meeste onderzoeken tonen een kleine meerderheid voor Labour. Maar het is nu al duidelijk dat die meerderheid klein zal zijn.