Commentaar: Psyche en geloof
Alle oplossingen die wij voor problemen in het leven bedenken, zijn afhankelijk van onze kijk op onszelf en de wereld. Dat kun je goed zien als het over psychische problemen gaat – toch iets waar de meeste mensen in de loop van hun leven mee te maken krijgen, hetzij bij zichzelf, hetzij bij iemand uit hun omgeving.
Stel, je hebt last van een depressie, van een burn-out, van angst of paniek, van dwanggedachten, of van welk ander probleem ook. Dan hangt het er maar van af hoe je dénkt dat het probleem in elkaar zit. Denk je dat het verklaard moet worden vanuit de manier waarop je hersenen werken, dan vraag je meteen om medicijnen. Maar denk je dat het komt door wat je hebt meegemaakt en de keuzes die je gemaakt hebt, dan zie je de oplossing in het aanleren van ander gedrag en andere denkpatronen.
Nog moeilijker wordt het als je een verband gaat leggen met het geloof en het geestelijke leven. Werken bepaalde religieuze ideeën depressies in de hand (zoals bijvoorbeeld Aleid Schilder beweerde), en moeten we dus van die ideeën af? Of heeft een depressie veel meer te maken met zonden in ons persoonlijke leven, en kunnen we alleen genezen als we bekeerd worden? Behoedt geloof voor psychische afwijkingen, of juist niet?
In de loop van de geschiedenis zijn er duizenden boeken over dit soort vragen geschreven. Het is dus een illusie om te denken dat in de bijlage ”Hart & ziel” die vandaag bij deze krant verschijnt, dé antwoorden en oplossingen te lezen zijn. Maar alleen al erover nadenken kan goed zijn: een beetje inzicht in de verhouding tussen geloof en psychologie is voor ons allemaal nodig.
Dat heeft te maken met wat onze voorouders ”ontdekking” noemden: je leert zien dat de buitenkant van je leven weliswaar prima in orde kan zijn, maar dat dat nog niet alles zegt over je hart, je beweegredenen, de manier waarop je –heel verhuld– ook met allerlei op zichzelf goede, geestelijke, stichtelijke dingen jezelf kunt bedoelen.
Veel christenen denken graag in tegenstellingen. ”Wij” van de kerk tegenover ”zij” van de wereld. ”Wij” weten dat een mens niet voor zichzelf mag leven, maar dat hij bedoeld is om God en de naaste lief te hebben. ”Zij” weten dat niet, en denken dat het hoogste doel van het leven is jezelf te verwerkelijken en succes en geluk te vinden.
Maar wanneer je als christen eerlijk bent over jezelf, zul je erkennen dat het ook bij kerkmensen maar al te vaak gaat om slagen in het leven: een goed huwelijk, succes in de opvoeding, kinderen die netjes in het kerkelijke paadje gaan, een baan waarin je je talenten kwijt kunt, bevestiging en waardering vanuit de gemeente, een geloof dat steun biedt en een God Die altijd voor je zorgt. Succes en geluk dus, net als bij alle andere mensen, zij het met een christelijk sausje.
Nadenken over psychologie is daarom óók: nadenken over de meest wezenlijke, geestelijke vragen van het leven. Wie ben ik als mens, welke rol speelt de zonde in mijn leven, hoe moet ik anderen vergeven, wat is genade, wat is geestelijke gezondheid, waar leef ik voor? Of liever: voor Wie leef ik?