PKN zoekt samenwerking met pinksterkerken
LUNTEREN. De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) wil nauwer gaan samenwerken met pinksterkerken: door plaatselijk samen diensten te beleggen of diaconale en missionaire activiteiten te ontplooien. De erkenning van elkaars doop staat hoog op de oecumenische agenda.
Dat blijkt uit het vrijdag verschenen rapport ”Dialoog pinksterkerken”, dat de generale synode van de Protestantse Kerk in april in Lunteren bespreekt.
Delegaties van de PKN en het Landelijk Platform Pinksterbeweging spraken sinds 2008 met elkaar over vier „hete hangijzers”: de waterdoop, de doop met de Heilige Geest, het ambt en de traditie.
De deelnemers, onder wie synodescriba dr. A. J. Plaisier, willen deze theologische dialoog graag voortzetten. „Een spannende vraag is of ook na deze dialoog het zal komen tot een erkenning van elkaars doop. En een even spannende vraag is of er een vorm van uitwisseling kan komen van elkaars ambten en bedieningen. Uiteindelijk zien we uit naar het verder zichtbaar worden van de eenheid, waarvan we geloven dat we die in Christus nu al hebben.”
De erkenning van elkaars doop staat hoog op de agenda. De protestantse delegatie wijst in het gezamenlijk opgestelde rapport op de praktijk van enkele pinksterkerken om de kinderdoop van nieuw ingekomen leden uit de Protestantse Kerk te erkennen. „Het gaat dan om die leden die deze kinderdoop als een zegen hebben ervaren en om die reden een doop in de pinksterkerk als tweede doop zouden zien. Hoewel in de Pinksterkerk de eigen doopopvatting de normatieve is, wordt zo opengehouden dat God in het leven van anderen een andere weg is gegaan.”
Het rapport vermeldt ook de ruimte die sommige protestantse gemeenten bieden om ouders die een voorkeur hebben voor een doop op belijdenis, hun kinderen op te dragen. Ook wordt er op de betekenis van de doopgedachtenis gewezen.
Ambten
In de waardering van elkaars ambten en bedieningen liggen volgens de opstellers van het rapport „de nodige voetangels en klemmen.” Dat heeft onder meer te maken met de verschillen in ambtsstructuur en met het verschil in opleidingsniveau van predikanten en voorgangers. „Een eerste stap is om elkaars ambten en bedieningen te erkennen als instrumenten die de Heer van de kerk heeft gebruikt en gebruikt voor de opbouw van de kerk en voor de uitbreiding van Zijn rijk.”
Een ander punt is de waardering van elkaars „genadegaven.” „Niet elke gemeente heeft alles in huis. Dat geldt, zeker gegeven de verdeeldheid van het lichaam van Christus, ook voor kerken als het gaat om de genadegaven van God. Wij mogen elkaar dienen met Gods gaven, die we niet alleen voor de eigen kerk hebben, maar voor het geheel van het lichaam van Christus. Dat vraagt om erkenning van elkaars genadegaven.”
Als de generale synode volgende maand groen licht geeft, zullen beide kerkgemeenschappen verder spreken over onder meer de onderwerpen beleving en de verhouding tussen traditie en Geest. „In de dialoog is duidelijk geworden dat je niet óf voor de traditie óf voor de Geest kunt kiezen, alsof die twee niet voortdurend naar elkaar verwijzen. De Geest zonder de traditie miskent het eerdere werk van de Geest. De Geest wordt dan een Geest zonder binding aan het historische lichaam van Christus en is dat nog wel de Heilige Geest? Anderzijds: de traditie kan in de plaats van de Geest komen.”
De afgevaardigden van de Protestantse Kerk en de pinksterkerken spreken in het rapport uit dat ze geloven op weg te zijn naar „verdere geestelijke eenheid met elkaar.” Samenwerking zal vooral in missionaire en diaconale activiteiten gezocht moeten worden, maar ook in gezamenlijke evangelisatie. „Deze samenwerking komt voort uit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de verkondiging van het evangelie en de dienst van de barmhartigheid aan de plaats of regio waarin we elkaar treffen. Overwogen kan worden of er een gezamenlijke pioniersplaats dan wel pioniersproject opgezet kan worden.”
Het wederzijds voorgaan in bijzondere diensten is volgens hen ook een concrete manier dichter bij elkaar te komen. „Dat alles kan leiden tot een gezamenlijke viering maar dit hoeft niet het doel ervan te zijn.”
Verkondiging
De generale synode van de Protestantse Kerk buigt zich volgende maand opnieuw over de verkondiging. Het document ”Brandpunten in de verkondiging”, dat in november werd aanvaard als een aanzet tot gesprek in de kerken, is aangevuld met zes bijdragen van predikanten.
„Met elkaar geven ze iets weer van de veelstemmigheid van onze kerk, zonder dat dit echter tot een kakofonie leidt”, aldus het moderamen. De synodeleden waren vorig jaar verdeeld over de „klassieke” inhoud van de nota ”Brandpunten in de verkondiging”, opgesteld door de Amsterdamse hoogleraren prof. dr. G. van den Brink en prof. dr. C. van der Kooi.
Op de synodetafel ligt ook een tweede versie van de brochure ”Wij en ons lichaam”. Veel synodeleden hadden in november kritiek op het document, dat ingaat op verschillende aspecten van het lichaam, zoals schoonheid, gezondheid, seksualiteit en de combinatie lichaam, ziel en gemeenschap.
De brochure is bedoeld als handleiding voor de ethische bezinning binnen de gemeente. Eerder verschenen er nota’s over werk en familie.
Lees ook
Synode PKN: Toon ”Wij en ons lichaam” te negatief, Reformatorisch Dagblad (15 november 2014)
Notitie PKN „stevig” herschreven, Reformatorisch Dagblad (14 november 2014)