Christenfundamentalisme is onderschat gevaar
De wijze waarop sommige christenen de islam afschilderen, is fundamentalistisch, vindt prof. dr. Marcel Poorthuis.
Wie op internet zoekt op de woorden ”antichrist” en ”islam” oogst een stortvloed aan websites waarop die beide met elkaar in verband worden gebracht. In het Engelstalig gebied kom je dan bijvoorbeeld op de website van de enorm populaire Jack Chick Cartoons. Hierop wordt zelfs verdedigd dat er sprake is van een monsterverbond en complot tussen de islam en het Vaticaan en nog diverse andere machtige bewegingen of instituten.
Dit soort websites kun je naar mijn overtuiging niet anders betitelen dan als christenfundamentalistisch. Ze draaien om een uiterst letterlijke en selectieve uitleg van de Bijbel. Meestal zijn ze dan ook protestants-christelijk. Het gaat hierbij niet om zendingsdrang. Het doel lijkt eerder om telkens opnieuw in allerlei toonaarden te vertellen dat er een vijand is. Die vijand wordt afgeschilderd als belichaming van de satan en de antichrist. Hij is blijvend gevaarlijk, zeer machtig, en kan niet bekeerd worden. Je moet constant voor hem op je hoede zijn. Wie die vijand is? De islam, maar zeker ook het Vaticaan. De inzet van het Vaticaan voor de interreligieuze dialoog tussen de godsdiensten, zien christenfundamentalisten als een heimelijke ondermijning van het christendom. Tevens zien ze in iedere orthodox gelovige moslim al snel een fundamentalist, terwijl die twee vaak weinig met elkaar te maken hebben.
De argumenten achter de gedachte van een complot tussen Vaticaan en islam zijn onzinnig. Beide zouden hun oorsprong hebben in heidense godenverering. Zo zou het vroegchristelijke monogram IHS, dat geregeld gebruikt wordt op katholieke voorwerpen en staat voor de eerste drie letters van de naam Jezus in het Grieks, slaan op niets anders dan Isis, Horus en Set, drie Egyptische goden. En de profeet Allah zou afgeleid zijn van een maangod. Zo weten ze allerlei verbanden tussen het Vaticaan en oude religies op te sporen die zouden bewijzen dat het rooms-katholicisme in wezen een heidense religie onder een christelijke dekmantel is. Dat elke historische religie is beïnvloed door zijn omgeving en dat ook de Bijbel zelf op dergelijke wijze benaderd kan worden, vergeten deze fundamentalisten.
Selfmade-ideologen
Goede theologen stellen vragen bij hun eigen theologie en symbolen. Maar het kenmerkende van fundamentalisten is nu juist dat ze overal en bij iedere religie vragen stellen, maar nooit bij die van henzelf. Nogal eens zijn fundamentalisten zelf geen theologen, maar selfmade-ideologen. Spreekbuizen die hun eigen geloof in elkaar knutselen. De officiële theologie van de kerken schuiven ze minachtend terzijde. Angst speelt bij hen een belangrijke rol. Dat blijkt vooral door de suggestie van geheime samenzweringen. Het gaat bij fundamentalisme ook niet om het vasthouden aan ouderwetse ideeën. Integendeel, de modernste communicatietechnieken staan hen ter beschikking.
De invloed van dit fundamentalisme op de politiek van Verenigde Staten is groot. Dat was met name zo onder de regering van George W. Bush, en is nog altijd zo bij de Republikeinen. Tijdens de regering-Bush was Bijbelstudie verplicht voor heel het personeel van het Witte Huis. Op zich geen gek idee misschien, maar vaak was de inhoud apocalyptisch: het ging over goed en kwaad als twee machten tegenover elkaar in een clash van de eindtijd, die spoedig zou komen. De Arabische wereld is de vijand in de strijd tegen de antichrist en de Tempelberg in Jeruzalem is de plek waar het armageddon zal plaatsvinden.
Daarmee lijkt het christenfundamentalisme sprekend op zijn islamitische tegenhanger waarin Amerika en Israël de kwade macht vormen. Politieke analyse en apocalyptische beeldspraak gaan vloeiend in elkaar over: ook de arabist Hans Jansen bedient zich al van een term als „eindstrijd.” En de bekende gedachte van een ”clash of civilisations” (Samuel Huntington) is de seculiere uitdrukking van een apocalyptisch wereldbeeld. Menige (mislukte) interventie van Amerika in Arabische landen is zonder christenfundamentalistische steun –die enorm is gegroeid– moeilijk denkbaar.
Hetzelfde geldt voor het almaar mislukken van een vredesregeling tussen Israël en de Palestijnen. De Amerikaanse onmacht in deze kwestie moet allang niet meer toegeschreven worden aan de Joodse lobby, maar met name aan de christenfundamentalistische lobby. Bepaalde vormen van ‘doodknuffelen’ van de staat Israël zoals bij Christenen voor Israël en andere bewegingen gebeurt, dragen al evenmin bij tot een evenwichtige visie op Jodendom en islam. Hier speelt nog steeds mee dat de protestantse betrekkingen tussen christendom en Jodendom er vaak niet in slagen ruimte voor de islam te creëren.
Voedingsbodem
Juist de ontkerkelijking kan een voedingsbodem vormen voor christenfundamentalisme. Naarmate mensen vervreemd raken van hun eigen christelijke wortels en paniek voelen vanwege de teloorgang van het christendom, worden ze vatbaarder voor het fundamentalistische gedachtegoed dat vanuit Amerika wordt geïmporteerd. Het biedt de valse zekerheid dat de wereld overzichtelijk is. Dat gebeurt echter tegen de prijs, dat grote delen van de mensheid als bedriegers moeten worden gezien. De boodschap van naastenliefde wordt zo getransformeerd in een boodschap van haat.
De oplossing voor veel problemen ligt erin dat mensen hun eigen kerken weer meer vertrouwen geven. Ook inzake de dialoog met de islam hebben de kerken in Nederland uitstekend werk verricht en doen ze dat nog. Alleen heeft de secularisatie de impact ervan sterk verminderd.
De auteur is hoogleraar interreligieuze identiteit aan Tilburg University.