„Er zijn een paar kwesties waar de Tweede Kamer veel vragen over heeft. Ik vind het correct om die eerst te beantwoorden. Daar hebben we dan mogelijk nog een Kamerdebat over en daarna zien we verder. Ja, dat leidt tot vertraging bij de verkoop, maar hopelijk niet lang. Rust en vertrouwen zijn nodig. Dat is er niet geweest en zal eerst moeten terugkeren”, aldus de minister vrijdag voor de wekelijkse ministerraad.

Dijsselbloem ontkent dat hij ruzie heeft met ABN-topman Gerrit Zalm of met de rest van de ABN-top over de salarisverhogingen bij de bank. „Nee, geen ruzie, maar er is wel een meningsverschil over de vraag of dit een verstandig besluit was.”

Dijsselbloem keurde die verhogingen (alle bestuurders behalve Zalm kregen er 100.000 euro bij) af, maar zei er ook bij dat hij er juridisch niets tegen kan doen. „Mijn opvatting is bekend: dit helpt niet bij het herstel van het vertrouwen in de bankensector. Ik hoop dat men zich dat realiseert. Desalniettemin, op het principebesluit om ABN te verkopen komt het kabinet niet terug. Het gaat nu om de timing. We hebben een financieel en maatschappelijk besluit te nemen, daarvoor is breed draagvlak nodig en dat vergt rust en vertrouwen.”