Luitenant-kolonel: Israël veruit sterkste land in Midden-Oosten
VEENENDAAL. Luitenant-kolonel Rudolf Niens toont een foto met daarop een schoolklas in Hebron op de Westelijke Jordaanoever. Een docent met een machinegeweer op zijn rug begeleidt de leerlingen. Niens: „Jullie geschiedenisleraar, meneer Van den Heuvel, loopt zo niet op school rond, daar is dat realiteit.”
De foto van leeftijdsgenoten op de Westoever, kinderen uit de Israëlische nederzettingen daar, brengt het conflict in het Midden-Oosten visueel dichterbij voor de derdeklassers van de vwo-afdeling van het Ichthus College in Veenendaal. Voor de afsluitende avond van het jaarlijkse Israëlproject van de docenten geschiedenis, aardrijkskunde en godsdienst is luchtmachtofficier Niens uitgenodigd om te vertellen over ”Israël in het chaotische en angstige Midden-Oosten”. Hij was vier jaar militair attaché op de ambassade in Tel Aviv.
„Is een gewapend conflict tussen IS en Israël denkbaar?” vraagt geschiedenisleraar Constant van den Heuvel in een interview. „Een reële dreiging is er waarschijnlijk niet”, denkt Niens. „De landen waarin IS is gevestigd, proberen de islamitische strijders weg te houden van de grenzen met Israël. Die landen willen geen strijd met Israël, omdat ze weten dat er dan hard wordt teruggeslagen.”
Israël is volgens Niens „veruit het sterkste land in de regio. Zelfs als omringende landen een coalitie tegen Israël zouden vormen. In het verleden was Egypte ook een machtige natie. Dat land kent nu echter veel interne problemen en heeft bovendien gebrek aan geld. De wapens die het heeft, zijn daardoor nauwelijks voldoende om de eigen nationale veiligheid zeker te stellen.”
Wat Israël betreft acht Niens de tweestatenoplossing, een zelfstandige Palestijnse staat naast de staat Israël, voorlopig niet haalbaar. „Dat is wel wat Nederland nastreeft, maar op korte termijn zal dat niet tot stand komen. Niet alleen zal er dan een weg tussen de Westoever en de Gazastrook moeten komen om er één gebied van te maken, ook de politieke groeperingen Fatah en Hamas zullen één lijn moeten volgen.” Nederland onderhoudt wel contacten met de Palestijnse Autoriteit. „Palestina hebben we niet als staat erkend. Daarom heeft ons land in tegenstelling tot Zweden, die dat vorig jaar wel deed, geen ambassade op Palestijns gebied, maar een diplomatieke post. Dat is in principe hetzelfde, alleen noemen we het anders.”
Niens lardeerde zijn verhaal met enkele anekdotes. „Als diplomaat reed ik in een auto met een Israëlisch kenteken. Als ik dan in Palestijns gebied iemand naar de weg vroeg, stuurde hij me de ene kant op: eerst 5 kilometer rechtdoor en dan nog 2 kilometer rechtsaf bijvoorbeeld. Wanneer ik vervolgens in het Arabisch bedankte en hij erachter kwam dat ik geen Israëliër was, maar een diplomaat, antwoordde hij dat ik de andere kant op moest rijden. Als ik na 500 meter af zou slaan, was ik er al. Dat is een vorm van verzet van de Palestijnse bevolking zonder geweld.”