Stork vraagt flexibele inzet van personeel
Stork vraagt een offer van zijn personeel. Werknemers in Nederland moeten flexibeler gaan werken. „Wanneer er veel werk is, langer op die dag doorwerken en wanneer er minder te doen is dan niet de productiviteit omlaagschroeven.”
Die opdracht gaf bestuursvoorzitter S. Vollebregt woensdag zijn personeel mee na afloop van de toelichting op de jaarcijfers. Vollebregt is sinds zijn aantreden eind 2002 bezig Stork te stroomlijnen. Niet alleen wil hij af van enkele van de vijf sterk van elkaar verschillende onderdelen die het conglomeraat bezit, maar ook de kosten moeten omlaag. Vorig jaar resulteerde dat in een reorganisatie waardoor 1200 mensen hun baan verloren.
Door onder meer de verkoop van de Australische dochter ICM daalde het personeelsbestand in een jaar met 3000 tot ruim 13.000. Dit jaar schrapt het concern nog meer arbeidsplaatsen. „Dat zijn er niet zo veel meer. Een tiental hier en daar”, voorspelde de bestuursvoorzitter.
In Nederland werd 10 procent van de banen geschrapt. Dit jaar wil Vollebregt met de vakbonden in discussie over de lonen en pensioenen. „Ik heb grote zorg over de arbeidskosten in Nederland en België.” Alleen al vorig jaar stegen bij Stork de kosten voor salarissen, pensioenen en winstuitkeringen met 20 miljoen euro. Dit jaar stijgt deze post met nog eens ruim 15 miljoen euro. „Ondanks het akkoord van de vakbonden en het kabinet om de lonen gelijk te houden”, verzuchtte Vollebregt.
Bestuurder H. Wijninga van FNV Bondgenoten reageert gepikeerd op het voorstel van Vollebregt om flexibeler te werken. Hij kent de opvattingen van Vollebregt, maar vindt dat Stork zich moet houden aan de CAO voor de grootmetaal, waar 90 procent van het personeel onder valt. „Daarin staat acht uur per dag, veertig uur per week.” Door dertien toegekende ADV-dagen betekent dat in de praktijk een 38-urige werkweek. Wijninga zegt best te willen praten over extra toeslagen voor mensen die flexibel willen werken. Als Stork zich niet houdt aan afspraken, stapt de bond naar de kantonrechter, waarschuwt Wijninga alvast.
Het beleid om de kosten terug te dringen wierp vorig jaar zijn vruchten af. Het bedrijf uit Naarden wist over 2003 na twee jaren van verlies weer winst te boeken. De nettowinst kwam uit op 74,2 miljoen euro. In 2002 stond er nog een verlies van 42 miljoen in de boeken. Stork denkt dat evenaring van het bedrijfsresultaat van afgelopen jaar „veel aandacht” zal vragen.
Mede door de slechte economische omstandigheden en de lagere dollar daalde de omzet. Die kwam uit op 1,83 miljard euro tegenover 1,87 miljard euro een jaar eerder. „Het vasthouden en de groei van de omzet zijn een zorg”, omschreef Vollebregt. „Onze grootste vijand is om stil te blijven staan.” In het vierde kwartaal boekte Stork wel meer omzet dan een jaar eerder, maar was het aantal nieuwe orders lager.