De manier waarop de subsidies worden verdeeld, verandert bovendien, maakte cultuurwethouder Kajsa Ollongren donderdag bekend. Instellingen die een belangrijke rol vervullen in de stad krijgen extra taken en verantwoordelijkheden. Die spreken ze af met het Amsterdams Fonds voor de Kunst, dat vervolgens de subsidie verleent. Hieraan worden ook prestatieafspraken gekoppeld. De politiek kan zich vervolgens meer bezighouden met de hoofdlijnen van het beleid en niet langer met de subsidietoekenning aan individuele organisaties.

In het Kunstenplan legt de gemeente elke vier jaar vast waar de cultuursubsidies in de stad naartoe gaan en welke doelen moeten worden gehaald.