Nederland, Marokko samen tegen radicalisering
RABAT (ANP). Nederland en Marokko kunnen veel voor elkaar betekenen in de strijd tegen radicalisering. Dat zei minister Lodewijk Asscher (Integratie) woensdagmiddag in de Marokkaanse hoofdstad Rabat. De minister was twee dagen in Marokko om te praten over diverse onderwerpen, waaronder de aanpak van radicalisering. „Men is zeer bereid om met Nederland samen te werken”, aldus de minister, „de dreiging wordt hier net zo goed gevoeld als bij ons”.
Volgens officiële cijfers vertrokken 1.354 mensen vanuit Marokko naar Syrië en Irak. Islamitische Staat heeft meerdere dreigingen geuit tegen Marokko.
Het is Marokko gelukt om na de aanslagen in Casablanca (2003) en in Marrakech (2011) de meer gematigde interpretatie van de islam een plek in de samenleving te geven. „Ze doen dat door een tegengeluid te geven vanuit de samenleving. Bijvoorbeeld door imams op te leiden”, aldus Asscher. Volgens hem kan Nederland hierin van Marokko leren.
Behalve radicalisering kwam ook het socialezekerheidsverdrag aan bod. Nederland wil dat de uitkeringen die naar mensen in Marokko gaan lager worden, omdat het levenspeil in Marokko lager ligt dan in Nederland. Maar rechters hebben dat meerdere keren gedwarsboomd. Nederland wil het verdrag over de uitkeringen ook aanpassen, maar Marokko heeft dat steeds tegengehouden. Daarom wil het kabinet nu het verdrag eenzijdig opzeggen. „Ik heb Marokko uitgelegd dat het verlagen van de uitkeringen geen actie gericht tegen Marokko is, maar een nationaal beleid dat geldt voor alle landen buiten de EU”, aldus Asscher. Hij hoopt dat het gesprek een opening biedt voor nieuwe onderhandelingen. „Onze voorkeur gaat uit naar aanpassen van het verdrag. Maar als we er niet uitkomen, dan is opzeggen onvermijdelijk.”