Lange duur laat proces-Milosevic volkomen mislukken
De Joegoslavische oud-president Slobodan Milosevic zit donderdag twee jaar in zijn strafbankje bij het tribunaal in Den Haag. En dit is nog maar het begin. Pas volgende week rondt de aanklager zijn betoog af en krijgt Milosevic evenveel tijd voor zijn verdediging. Na wat tijd voor bezinning komt het eindvonnis mogelijk pas na een jaar of vijf.
Voor prof. dr. G. A. M. Strijards, hoogleraar internationaal strafrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, is duidelijk dat een „lange procedure een miskenning van gerechtigheid” is.
Ook dr. G. K. Sluiter, docent internationaal recht aan de Universiteit Utrecht, vindt het „een gevaarlijk lange periode. Kunnen rechters na zo’n lange tijd nog inschatten hoe betrouwbaar die boer uit Kosovo overkwam? Kortom, wat de duur van het proces betreft, is de zaak volkomen mislukt.”
De werkwijze van het Joegoslavië-tribunaal is gebaseerd op het Engelse rechtssysteem, waarin aanklager en beklaagde gelijk zijn. Volgens deze regel heeft Milosevic vanaf 19 februari twee jaar voor tegenbewijs. Sluiter: „De rechters zullen natuurlijk proberen alleen relevant bewijs toe te laten. Maar voordat het vonnis er is, zal het proces wel vijf jaar onderweg zijn. En dan praten we nog niet eens over hoger beroep.”
Strijards’ analyse is dat het vonnis in 2008 komt. „Dan is het geld op. In theorie is rechtspleging natuurlijk onbetaalbaar. Maar als VN-topman Kofi Annan in 2003 aankondigt dat het tribunaal te duur is en even later hoofdaanklager Carla Del Ponte bij het Rwanda-tribunaal wordt weggehaald, kun je dan nog zeggen dat de VN in deze rechtspleging geloven? Ook andere onderdelen van de VN, zoals de Assemblee, zijn duur. Maar die worden niet onder druk gezet.”
Een ander element van het Engelse recht bij het tribunaal is de „dwingende oraliteit”, aldus Strijards. „Er is geen strafdossier, alles komt mondeling aan de orde. Dat rekt enorm. Maar een rechtszaak moet niet te lang duren, anders verslapt de aandacht van het publiek. Strafrecht is immers ook emotioneel reactierecht.”
Strijards ontkent dat zo veel tijd nodig is om zo’n complexe zaak tot een goed einde te brengen. „Het Neurenberg-tribunaal na de Tweede Wereldoorlog wist in betrekkelijk korte tijd processen af te ronden. Je moet de zaak vooraf wel goed afbakenen.”
Volgens prof. Strijards is het voor de aanklagers „erg moeilijk” om Milosevic’ bevelsverantwoordelijkheid voor de misdaden in Kosovo te bewijzen. „Het is nauwelijks aan te tonen dat Milosevic de bevelvoerder was. Hij schreef zijn opdrachten niet uit. Het is een bekend probleem dat er steeds minder gedetailleerde schriftelijke bevelen worden gegeven naarmate je hoger in een hiërarchie komt. Ook in Neurenberg was het moeilijk om militair-strategische bevelen -bijvoorbeeld voor het bombardement op Rotterdam in 1940- aan Göring toe te schrijven.”
Volgens Sluiter kun je de bevelsverantwoordelijkheid ook van een andere kant bekijken. „Het is bewezen dat Milosevic op de hoogte was van oorlogsmisdaden in Kosovo. Toch heeft hij er nauwelijks iets tegen gedaan. De bevelsverantwoordelijkheid stelt niet alleen aansprakelijk als je daadwerkelijk tot misdrijven hebt aangezet, maar ook als je hebt nagelaten ertegen op te treden. De Kosovo-zaak is dus sterk.”
Daarnaast is er echter ook een aanklacht voor de oorlogen in Bosnië en Kroatië. Sluiter: „Hier had Milosevic geen positie als bevelvoerder. Daarom hebben de aanklagers een nieuw concept bedacht, namelijk lidmaatschap van een criminele organisatie. Milosevic zou met mensen als Mladic, Karadzic en Plavsic samen misdrijven tegen de Bosniërs en de Kroaten hebben bedacht. Ik vraag me af of het bewijs voor het bestaan van zo’n organisatie is geleverd. Mevrouw Plavsic is eigenlijk de enige getuige die dit zou kunnen bevestigen, omdat zij gevangenzit en beschikbaar is. Maar de aanklagers zullen haar dan wel de komende week moeten laten verschijnen en het is de vraag of dat gebeurt. Het kan dus zijn dat dit gedeelte van de aanklacht niet kan worden bewezen. Als dat zo is, is dat een forse teleurstelling voor de aanklager.”
Voor de strafmaat zal dat echter niet veel uitmaken, vermoedt Sluiter. „De straftoemeting bij het tribunaal is volstrekt willekeurig. Daar is geen touw aan vast te knopen. De een krijgt levenslang, terwijl oud-president Plavsic slechts elf jaar krijgt. Bij het Rwanda-tribunaal is daarvoor een duidelijker kader.”
Strijards verwacht vooral veel politiek-historische beschouwingen in de verdediging van de Joegoslavische leider. „Hij zal zeggen dat de Duitse troepen in 1942 door de Servische opstand werden opgehouden en te laat Rusland introkken. Zodoende liepen ze daar vast, waardoor er bij de landing in Normandië in juni 1944 te weinig Duitse tegenstand was, als gevolg waarvan uiteindelijk Nederland werd bevrijd. De Nederlanders zouden daarom de Serviërs dankbaar moeten zijn. Maar in plaats daarvan zijn wij het gastland voor dat anti-Servische tribunaal. Die redenering lijkt natuurlijk redelijk, totdat je je bedenkt dat de Serviërs natuurlijk nooit de bevrijding van Nederland op het oog hadden toen ze in opstand kwamen.”
Sluiter meent dat er voor de berechting van de Iraakse leider Saddam Hussein wel lessen te trekken zijn uit de zaak-Milosevic. „Gezien de omvang van de zaak tegen Saddam zou die nog veel langer kunnen duren dan de zaak tegen Milosevic. Dat zou eigenlijk moeten worden voorkomen.”
Sluiter verwacht dat voor het proces-Hussein ”het Cambodjaans model” wordt gebruikt. „In Cambodja zijn speciale kamers met internationale rechters binnen het nationale rechtssysteem ingesteld. Die kamers houden zich alleen bezig met misdaden van de Rode Khmer. Er wordt zowel nationaal als internationaal recht toegepast. Berechting voor het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag is uitgesloten, omdat de Amerikanen de zaak volledig onder controle willen houden.”
Strijards houdt er wel rekening mee dat Saddam „na jaren van gesteggel” toch nog naar Den Haag komt. „Eerst is het al moeilijk in Irak rechters te vinden die onpartijdig zijn. In het tribunaal van Neurenberg zaten ook geen Duitsers. En als men in Irak niet binnen korte tijd tot een conclusie kan komen, trekt de publieke opinie natuurlijk haar eigen conclusie. Het strafrecht is immers ook emotioneel reactierecht.”
Komt Sluiter ondanks alle problemen niet tot de conclusie dat het onmogelijk is mensen van deze statuur te berechten? „Het is heel moeilijk, maar niet onmogelijk. Praktisch gezien roept het veel vragen op, met name vanwege de omvang van de zaak. Ook in het geval van Milosevic is duidelijk dat mensen die zich op zo’n positie hebben weten te handhaven over buitengewone gaven beschikken. Van Saddam geldt waarschijnlijk hetzelfde. Dat vergt van iedereen in zulke processen bijzondere inspanningen.”