Curator Frits Kemp wijt die strubbelingen „aan de precaire financiële positie van V&D”. Dat schrijft hij in het deze week verschenen eerste faillissementsverslag over Mexx, waarover Nu.nl eerder dinsdag berichtte.

Toen het Turkse Eroglu als doorstartende partij in overleg ging met V&D over de overname en voortzetting van de shop-in-shops, leidde dat tot verbeterde betalingen door V&D, aldus de curator. Over de achterstallige betalingen heeft de curator een schikking kunnen treffen met het warenhuisconcern.

Debiteuren betalen overigens altijd „moeilijk” bij een faillissement, licht Kemp toe. Volgens hem had Mexx ten tijde van het faillissement nog 28 miljoen euro tegoed van verschillende debiteuren.

Naast de eigen winkels exploiteerde Mexx ook de shop-in-shops in filialen van V&D. Mexx richtte de locaties in met eigen winkelinventaris, eigen voorraden en veelal eigen personeel. De betalingen van klanten werden geïncasseerd via het kassasysteem van V&D. Het warenhuis diende de gerealiseerde omzet na aftrek van de variabele huurprijs aan Mexx af te dragen.

Na het faillissement op 4 december besloot de curator de shop-in-shops zo veel mogelijk voort te zetten met het oog op een mogelijke verkoop. Eroglu, een in kleding en retail gespecialiseerd concern, nam uiteindelijk onderdelen van de failliete modeketen over.

Behalve met de shop-in-shops maakte Mexx een doorstart met enkele tientallen winkels in heel Europa, waaronder acht van de negentien in Nederland. Eroglu betaalde 21 miljoen euro voor de overname, blijkt uit het verslag.