Nieuwe campagne Literatour zet leesplezier voorop
Wie een boek wil lezen gaat naar de bibliotheek of de boekhandel. Tijdens de nieuwe boekenweek voor jongeren –Literatour– is dat precies andersom: de campagne brengt literatuur naar jongeren toe.
Een jongere een boek laten pakken is lang geen sinecure. De huidige cultuur vol smartphones, sociale media en muziek biedt zo veel concurrentie dat het lezen van literatuur allerminst een vanzelfsprekende vrijetijdsbesteding is, zo blijkt uit recent onderzoek (zie hierboven). Maar, wat hoop geeft: bijna driekwart van de ondervraagden zegt meer te willen lezen als hij of zij meer tijd zou hebben. Dat is natuurlijk een relatief begrip, tijd hebben. Want wie –bijvoorbeeld– echt benieuwd is naar de afloop van zijn thriller, vindt op de vreemdste momenten gelegenheid om een paar bladzijden te lezen. En zeker jongeren, die een groot deel van hun dag besteden aan swipen, scrollen en surfen, zouden toch elke dag leestijd moeten kunnen vinden?
Het is, kortom, vooral een kwestie van prioriteiten stellen. Van gemakzucht ook. Want waar bliepjes continu de aandacht naar het telefoonscherm toe trekken, houdt het boek zich keurig stil. Zelfs als het weken dicht blijft.
Juist daarom is de opzet van Literatour, een soort boekenweek voor jongeren, helemaal zo gek niet. In die week, vanaf maandag, reizen „jonge auteurs” van „aansprekende boeken” langs middelbare scholen. Het idee: als jongeren niet zelf naar een boek grijpen, brengen we het boek toch naar hen toe?
Peter Rosendaal van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, die samen met onder meer Stichting Lezen de week organiseert: „Dat is het anker van Literatour: we zoeken jongeren op. We vragen hun niet naar de boekhandel te komen. Wij komen langs.”
Klik met auteur
Zo’n schoolbezoek moet zijn weerslag hebben op het leesgedrag van jongeren. „Als leerlingen een auteur op bezoek hebben gehad en er is een klik, dan zullen ze denken: Ik ga maar eens een boek lezen van die man. En misschien grijpen ze daarna zelfs ook de andere titels die hij noemde.”
Nu staat de tour welbeschouwd nog een beetje in de kinderschoenen. Voor volgende week zijn 27 schoolbezoeken gepland op 14 verschillende scholen. Rosendaal is desondanks enthousiast en spreekt van een „heel mooi begin.” „Het is toch prachtig, dat scholen een aula leegmaken en een auteur laten praten over boeken?”
De tour moet de „hoge literaire drempel” wegnemen die de traditionele Boekenweek in de ogen van jongeren heeft, aldus Rosendaal. Daarvoor worden auteurs ingezet als Khalid Boudou en Mano Bouzamour –schrijvers van bestsellers over Marokkaanse jongeren in Nederland–, Gideon Samson –die met name voor een jongere doelgroep schrijft–, Daniëlle Bakhuis –bekend van onder meer thrillerachtige boeken– en Ineke Riem. Die laatste won vorig jaar met haar debuut ”Zeven pogingen om een geliefde te wekken” de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs (nu omgedoopt tot Dioraphte Literatour Prijs). Dat boek is overigens niet specifiek jongerenliteratuur –voor zover er sprake is van een afgebakend genre–, al past het thema volwassen worden wel bij die doelgroep. Rosendaal: „We beperken ons in de keus van auteurs niet tot een bepaald genre. Belangrijk is vooral of ze jongeren kunnen aanspreken, of ze weten wat hen bezighoudt.”
Levensovertuiging
De leefwereld die uit dergelijke boeken spreekt, staat niet zelden haaks op christelijke waarden en normen. Reformatorische scholen lopen om die reden niet meteen warm voor Literatour. Docenten van zowel de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem, het Wartburg College in Rotterdam, de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen en het Calvijn College in Goes geven aan dat ze de campagne in elk geval dit jaar laten voor wat ze is. Soms alleen al om organisatorische redenen. Zo heeft het Calvijn College komende week toetsweek, geeft sectievoorzitter Nederlands voor de bovenbouw N. S. van Schaik-Maljaars aan.
Maar meer nog speelt de inhoud van Literatour een rol. Sectieleider Nederlands van het Wartburg College (Guido de Brès) P. A. Verkade zegt dat hij en zijn collega’s materiaal vanuit CPNB „gewoonlijk” links laat liggen vanwege „veelvoorkomende strijdigheden met onze levensovertuiging.” Zo ook Literatour. „Ik heb gekeken naar de namen van de sprekers. Die personen leken me minder geschikt voor een optreden voor onze leerlingen dan de auteurs die we in ons eigen literatuurprogramma uitnodigen.”
Overigens zijn de diverse docenten enthousiast over het idee achter Literatour: literatuur die jongeren opzoekt. Calvijndocente Van Schaik zet wel vraagtekens bij de duur van een campagne als deze. „Ik vraag me af of een week per jaar leespromotie zo zinvol is. Interessante boeken geregeld onder de aandacht bij de leerlingen brengen, stukjes voorlezen, dát is een duurzame manier van leesbevordering.”
Voor de Guido de Brès zou aansluiten bij de landelijke campagne wel een optie kunnen zijn, aldus Verkade, maar concrete plannen zijn er momenteel niet. Ook J. R. Trommel-Pot, docente aan de Pieter Zandt, ziet wel wat in een week („of een dag”) van speciale aandacht voor boekpromotie en leesbevordering. „Het is sowieso zinvol en leuk om boeken en schrijvers dichter bij onze leerlingen te brengen. In die zin is Literatour een goed initiatief. Wij zullen het wel anders aanpakken, met andere auteurs.” (Zie ook kader hierboven.)
In feite is dat waar de organisatoren op hopen: dat scholen zelf met de campagne aan de slag gaan. CPNB-woordvoerder Rosendaal noemt het voorbeeld van de Nationale Voorleesdagen. „Daar doen wij nauwelijks nog iets aan. En kijk eens hoeveel scholen en kinderdagverblijven eind januari een voorleesontbijt of iets anders organiseren.”
Zo moet ook Literatour uitgroeien tot een landelijk fenomeen. „Ik durf te wedden dat Literatour over een aantal jaren heel bekend is.”
Docente Pieter Zandt: Geef leerling advies op maat
Recent onderzoek van scholieren.com (maart 2015) laat zien dat bijna 60 procent van de middelbare scholieren regelmatig voor zijn plezier een boek leest. Overigens is hierbij van veellezers geen sprake: het gaat om „een of meerdere boeken” in de „afgelopen drie maanden.” Ruim 38 procent van de scholieren zegt twee tot drie uur per week te besteden aan het lezen van boeken voor zijn plezier. Een klein deel, bijna 15 procent, leest vijf uur of meer per week.
Jacqueline Trommel-Pot, bovenbouwdocent Nederlands aan de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen, herkent die cijfers niet direct. „Ik vrees dat het percentage lezers onder onze leerlingen lager is, zeker bij de jongens. Als er gelezen wordt zijn dat vaak thrillers en fantasyboeken. Een schrijver als Ted Dekker (auteur van zogeheten christelijke thrillers, MO) ligt goed in de markt, maar ook bijvoorbeeld John Grisham. Meisjes lezen graag romans over de Amish, boeken van Karen Kingsbury en vergelijkbare Amerikaanse auteurs.”
Een „behoorlijk groot deel” van de leerlingen leest echter helemaal niet of nauwelijks, is de ervaring van Trommel-Pot. „Het doorwerken van de literatuurlijst is dan ook een heel karwei. Heel veel leerlingen geven aan de Nederlandse literatuur maar saai te vinden.”
Een jaar geleden volgde de docente Nederlands de cursus ”Lezen voor de lijst” aan de Rijksuniversiteit Groningen en sindsdien schenkt ze in haar lessen meer aandacht aan leesbevordering, aan boekpromotie en het adviseren van haar leerlingen. „Ook op die manier probeer ik het boek naar de leerling te brengen in plaats van alleen maar een lijst aan te bieden en de leerling zelf te laten kiezen.” Ze maakt daarbij gebruik van zogenaamde leesautobiografieën die leerlingen in 4 havo en 4 vwo schrijven. „Daardoor krijg ik een beeld van hun leeservaring, hun voorkeuren en niveau en dat helpt me bij het adviseren.” Zo’n advies op maat lijkt aan te slaan, is de ervaring van Trommel-Pot. „Ik merk dat leerlingen met meer enthousiasme aan een boek beginnen omdat ze er al iets over weten en omdat het bij hun voorkeur en niveau past. Natuurlijk hoop ik dat ze de smaak te pakken krijgen en meer willen. Ook meer dan het verplichte aantal, gewoon voor hun plezier.”
Ook de nieuwe CPNB-campagne Literatour zou daar wat de docente betreft een rol in kunnen spelen. „Aan de Boekenweek besteed ik altijd aandacht. Dat vinden leerlingen logisch, ze kennen het fenomeen. Als school kunnen we aan Literatour in de komende jaren misschien ook een invulling geven. Daar wil ik weleens met mijn collega’s over nadenken. Wij kunnen in die week dan schrijvers uitnodigen als Vonne van der Meer of Willem Jan Otten, Janne IJmker of Désanne van Brederode. Ik begin steeds enthousiaster te worden.”
Plezier voorop
De nieuwe leesbevorderingscampagne Literatour zet leesplezier voorop. Het initiatief van de stichting CPNB, Stichting Lezen en de Culturele Jongeren Pas (CJP) gaat uit van het motto: het is belangrijker dát jongeren lezen dan wát ze lezen. Tijdens de week, die komende maandag start, brengen jonge, populaire auteurs bezoeken aan middelbare scholen en gaan ze met jongeren in gesprek.
Ook krijgen jongeren tijdens de Literatour op vertoon van hun CJP Cultuurkaart 5 euro korting op een van de 25 boeken die tot Literatourtoptitels zijn benoemd.
Tijdens Literatour, op 27 maart, heeft ook de uitreiking van de Dioraphte Literatour Prijs plaats. De prijs wil een brug slaan tussen jeugdliteratuur en de wereld van volwassenen.
>>literatour.nu