Ook in Nederland vooroordelen over ebola
DEN HAAG (ANP). Aanvankelijk mocht Sandra Cats uit Voorburg bij terugkomst uit Sierra Leone haar drie kinderen niet zien. Als Rode Kruismedewerker kwam ze net terug uit ebolagebied. Ze kon wel eens besmet zijn. Een deel van de Nederlandse hulpverleners die terugkomen uit ebolagebied wordt met de nek aangekeken. „Ook hier zijn nog steeds vooroordelen”, constateert het Rode Kruis.
Cats werd bij de directeur van de school van haar drie kinderen op het matje geroepen voordat ze afreisde naar Sierra Leone. „Een aantal ouders had bij hem geklaagd over de eventuele gevolgen voor de kinderen als ik weer terug zou komen. Gelukkig had hij zich goed geïnformeerd en heeft hij de betreffende ouders kunnen overtuigen dat de risico’s aanvaardbaar waren”, licht Cats toe.
Veel meer mensen in haar omgeving reageerden sceptisch op haar vrijwillige sollicitatie. Ze ging in december vorig jaar een maand als coördinator van een technisch team bij een ebolacentrum in Sierra Leone werken. „Ik kwam niet direct in contact met patiënten. Toch zeiden ouders op school dat hun kinderen dan niet meer met die van mij konden spelen. Ik dacht nog wat een onzin, maar er ging wel een waarschuwingsbelletje in mijn hoofd: ben je wel goed bij je hoofd om dit te gaan doen.”
Toch reisde Cats af naar het getroffen gebied. Ze leerde dat ebola helemaal niet zo besmettelijk is, behalve als je mensen aanraakt en er minder dan een meter bij in de buurt komt. „Mensen denken dat het een soort griep is die rondwaart, maar dat is het absoluut niet zo. Werken in getroffen gebied is een goed in te schatten risico.”
Mensen helpen die de dood in de ogen zien en dan bij thuiskomst als een paria worden ontvangen; meer Nederlandse hulpverleners ondervinden negatieve reacties als ze naar ebolagebieden gaan of er net zijn geweest. Carla Brooijmans, projectleider ebola bij het Nederlandse Rode Kruis, kent verschillende verhalen van hulpverleners die in hun dorp werden gemeden.
„Het helpt wel als je het mensen uitlegt. Hoe minder ze weten, hoe enger ze het vinden”, zegt Brooijmans. Vooral het kinderaspect speelt volgens haar een grote rol. „Kinderen van hulpverleners mogen opeens niet meer met andere kinderen spelen.” Om die reden besloot een Rode Kruismedewerker toch maar niet naar West-Afrika af te reizen. Brooijmans: „Ebola blijft een gevoelig onderwerp.”