Van Dijk: Sta gewoon voor het christelijk geloof
GOUDA. Spreken of zwijgen? Wat staat christenen te doen nu het Evangelie steeds vaker op onbegrip en tegenstand stuit? Een succesformule lijkt er niet te zijn, bleek zaterdag tijdens een symposium van het Christelijk Conservatief Beraad (CCB).
„Steeds opnieuw moet het christendom present worden gesteld”, luidde het antwoord van hoofdspreker prof dr. G. J. Buijs op de centrale vraag. Ons land heeft sinds de jaren 60 op „puberale” wijze afscheid genomen van het christendom, memoreerde de hoogleraar politieke filosofie en levensbeschouwing aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Het gevolg: culturele vervreemding. „We weten niet meer waarom we doen wat we doen.”
We voeden nog steeds op in gezinnen, stelde hij als voorbeeld, terwijl het gezin in intellectueel opzicht is afgeschaft. En het verhaal achter de rechtsstaat die minderheden beschermt en achter de vrijheid van onderwijs is vervaagd.
Herbronning
„Herbronning is nodig”, betoogde Buijs. „We moeten durven beamen dat we diepgaand zijn gestempeld door de christelijke traditie. Daaruit moeten we durven putten.” Vanuit die traditie moet een christen werken, vervolgde hij. „Doe wat op je pad komt.” De ene keer zal het wel lukken om als christen het gesprek aan te gaan met seculieren, de andere keer niet.” En: „Onderzoek jezelf of dat goed gaat. Waardoor laat je je leiden? Zelfreflectie is fundamenteel.”
CCB-secretaris dr. P. Overeem vroeg zich af wanneer je in het gesprek met de ander expliciet en scherp moet zijn, en wanneer voorzichtig of uitlokkend. „Meestal is het goed om de hoorder aan het denken te zetten, in plaats van het denken stop te zetten en om antwoord te vragen.” Anderzijds, memoreerde hij, stelde Groen van Prinsterer het Evangelie radicaal tegenover de revolutie. De juiste aanpak vergt steeds een nieuwe afweging.
„Je moet je eigen manier kiezen”, stelde CDA-Kamerlid Heerma. „Samen kunnen we elkaar dan versterken.” Met de Bijbel in de hand politiek bedrijven doet hij niet. Wel probeert hij verbinding te leggen met mensen die deugd en moraliteit missen in de hedendaagse samenleving. „Er is een hunkering naar waarden. Daar probeer ik bij aan te haken.”
Vensters op het hemelse
Het is de roeping van christenen om „vensters op het hemelse te openen”, citeerde SGP-kandidaat-senator mr. D. J. H. van Dijk filosoof dr. E. Mackay. Zoals de schrijvers Chesterton en Lewis dat op een „creatieve en uitnodigende” manier wisten te doen.
In het onderbewuste van het westerse volk ligt het onvergankelijke zaad van het Evangelie, dat eeuwenlang in Europa is uitgestrooid. „We moeten aanraken wat in de volksziel verborgen ligt. Zodat het weer opbloeit.”
Een christenpoliticus zou in het publieke debat „vrijmoedig” Gods Naam moeten gebruiken. „Benut de openheid en nieuwsgierigheid die er is. Laat zien dat we zonder de Bijbel niet beslissend kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad, recht en onrecht.”
Christenen moeten de verhalen van recht, liefde en verlossing blijven vertellen. „Dat raakt immers de diepste verlangens van ieder mens.”
Zou er dan toch een succesformule bestaan? Van Dijk suggereert van wel. „De kern van alle verhalen op dit symposium is: wees fier op het christelijk geloof. Sta daar gewoon voor.”