Allochtoon slecht af op arbeidsmarkt
AMSTERDAM. De kansen op de arbeidsmarkt zijn voor allochtonen vrijwel nergens in Europa zo slecht als in Nederland.
Meer dan de helft van de migranten van buiten de EU zit thuis zonder betaald werk. Ook in landen als Frankrijk, Italië en Spanje, waar de werkloosheid veel hoger is, zitten minder allochtonen thuis dan in Nederland, zo meldde De Volkskrant zaterdag op basis van een analyse van cijfers van Eurostat en de OESO.
Van de autochtone beroepsbevolking heeft 77,1 procent betaald werk, terwijl van de allochtonen nog niet de helft (49,5 procent) werk heeft. Dit verschil van 27,6 procentpunt is het op een na hoogste van Europa, na Zweden, dat vergeleken met Nederland bijna drie keer zo veel asielzoekers opneemt.
Taalachterstand en lage scholing verlagen bij de eerste generatie allochtonen dikwijls de baankansen. Ook hebben ze vaker een flexibel contract dan autochtonen.
Sinds de crisis is de werkloosheid onder Marokkaanse Nederlanders het meest toegenomen van alle grote bevolkingsgroepen. 19,6 procent van de Marokkanen is werkloos, tegen 5,7 procent van de autochtonen.
In september 2008, toen de crisis losbarstte, was de werkloosheid onder Marokkanen verbeterd tot 5,8 procent, tegen toen 2,8 procent onder autochtonen. Van de Antillianen is nu 19,3 procent werkloos, tegen 15,3 procent van de Turken en 13,9 procent van de Surinamers.
In een reactie noemt minister Asscher (Integratie) discriminatie onacceptabel. „Deze cijfers moeten ons allemaal wakker schudden.” Volgens hem maakt „Jan in Nederland meer kans op een baan dan Mohammed.”
Volgens de bewindsman zorgt dergelijke discriminatie ervoor dat „toekomstdromen eindigen in frustratie en dat talent wordt verspild.” Hij vindt ook dat mensen „hoe frustrerend en ingewikkeld” het ook is, niet moeten opgeven en gelijk aangifte moeten doen als ze worden gediscrimineerd. Alleen een gezamenlijke aanpak van kabinet, werkgevers en werknemers kan discriminatie op de arbeidsmarkt aanpakken, stelt Asscher.