Lee Kuan Yew: Vader van het moderne Singapore
SINGAPORE (ANP). De autoritaire en ambitieuze Lee Kuan Yew (geboren op 16 september 1923) staat bekend als grondlegger van het moderne Singapore. Als premier bleef Lee tientallen jaren aan de macht en overzag hij de modernisering van de stadstaat. Onder zijn leiderschap groeide Singapore uit tot een van de meest welvarende landen van Azië. Oud-premier Lee Kuan Yew van Singapore overleed maandag (lokale tijd) op 91-jarige leeftijd.
Lee groeide op in de toenmalige Britse kolonie Singapore. Na de Tweede Wereldoorlog vertrok hij naar Groot-Brittannië om zich tot jurist te laten opleiden. Na zijn terugkeer naar Singapore stond Lee mede aan de wieg van de People’s Action Party (PAP), de partij die het land al tientallen jaren bestuurt.
Nadat beperkte democratie was ingevoerd in de toen nog autonome Britse kroonkolonie, deed Lee met zijn PAP mee aan de verkiezingen. Hoewel ze in eerste instantie slechts een beperkt aantal zetels bemachtigde, wist de partij van Lee na de invoering van een nieuwe grondwet in 1959 alsnog een grote verkiezingszege te behalen.
In 1959 werd Lee benoemd tot premier: de functie die hij tot 1990 zou vervullen. Nadat Singapore in 1965 onafhankelijk van Maleisië was geworden, groeide de stadstaat onder Lee uit tot een van de meest welvarende landen ter wereld. Lee hervormde onder meer het onderwijs. Ondertussen zorgde hij ervoor dat zijn partij alle touwtjes in handen hield.
Singapore transformeerde na de onafhankelijkheid tot een exportland en wist buitenlandse investeerders aan te trekken. Daarbij werd ook een beroep gedaan op buitenlandse experts. Zo was de Nederlandse econoom Albert Winsemius in de jaren zestig een belangrijke adviseur bij de opbouw van het land.
De latere premier Lee Hsien Loong, de zoon van Lee Kuan Yew, sprak over adviezen van onschatbare waarde. Winsemius adviseerde onder meer over economische ontwikkelingen en investeringen. In 2009 werd in de stadstaat zelfs een straat naar hem vernoemd.
Lee senior deed in 1990 een stap terug als premier en stapte in 2011 helemaal uit de regering. De populariteit van zijn PAP stond toen al onder druk, onder meer door de stijgende kosten van levensonderhoud en de problemen in het verkeer.