Vooral de stijgende AEX-index, die vrijdagmiddag even de belangrijke grens van 500 punten doorbrak, moet met de nodige voorzichtigheid worden bekeken, vindt prof. dr. Johan Graafland, hoogleraar economie aan Tilburg University.

„De koers stijgt vooral door het beleid van de Europese Centrale Bank. Maar daarmee is niet gezegd dat de reële economie zich op dezelfde manier herstelt. Ik zie nog te veel onevenwichtig­heden.” De belangrijkste is volgens Graafland de nog altijd voortdurende spanning rond Griekenland. „Maar ook in andere landen, zoals Italië en Frankrijk, zijn er nog structurele problemen met de overheidsfinanciën en de concurrentiekracht.”

Toch kunnen stijgende koersen het vet op de economische botten wellicht terugbrengen. „Mensen denken al snel dat het beter gaat en gaan meer besteden.”

De Bijbelse geschiedenis over Jozef in Egypte en de zeven vette en magere jaren wordt vaker gebruikt als beeld voor de economische conjunctuur. Ook Graafland deed het een jaar geleden in een opinieartikel in deze krant. Hij sprak toen de hoop uit dat 2015 het jaar van herstel zou worden. „Toch durf ik nu nog niet over vette jaren te spreken.”

Ook andere hoogleraren, beurshandelaren en vermogensbeheerders reageerden gisteren voorzichtig op de hoge AEX-index. Er wordt zelfs gevreesd voor een nieuwe zogeheten bubbel in de economie, die zich binnen een jaar zal corrigeren. Hoe hoger de koersen, hoe harder die klap zal zijn, klinkt het waarschuwend.

Of de financiële wereld van de zeven crisisjaren geleerd heeft, is de vraag. Zo ontstond gisteren ophef over de verhoogde salarissen van bestuurders van onder meer ING en ABN AMRO. Graafland begrijpt de frustratie. „Banken worden door ingrijpen van de politiek weer gezond gemaakt omdat ze nodig zijn voor een goed draaiende economie. Als bankbestuurders daarvoor beloond worden, is dat niet terecht.”