Dr. Kater: We weten het allemaal zo goed
AMERSFOORT. „We hebben als reformatorische ouders een positieve boodschap. Toch denken jongeren dat we een negatieve godsdienst hebben. We weten het allemaal zo goed, maar het lukt ons niet het positieve in praktijk te brengen.”
Die verzuchting slaakt dr. M. J. Kater, universitair hoofddocent aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, vrijdagmiddag tijdens het afscheid van dr. W. Fieret als lector identiteit op het Hoornbeeck College in Amersfoort.
De verdeling in verbinders, schakelaars en ontkoppelaars, die Fieret aanbrengt onder reformatorische jongeren, komt geregeld ter sprake. Dr. Kater: „Is het terecht dat we ons drukker maken over ontkoppelaars dan over verbinders? We onderscheiden drie groepen jongeren, maar er zijn twee wegen. Zijn alle ontkoppelaars op de brede weg, en alle verbinders op de smalle?”
In reformatorische kring wordt erg gehamerd op eensgezindheid, maar dr. Kater plaatst daar een aantal kritische kanttekeningen bij. „Leren wij onze jongeren omgaan met veelvormigheid? Regels mogen verschillend zijn, als de onderliggende waarden maar worden gedeeld. En hoe gaan onze jongeren met andersdenkenden om? Doorgaans spreken wij, als opvoeders, er met weinig respect over. Distantie is prima, maar alleen ten aanzien van de zondige wereld. Gij geheel anders; dat is wat anders dan: Ik rechtvaardiger dan gij. Dat laatste, daar moeten we zo snel mogelijk afscheid van nemen.”
Geworsteld
Psychologe drs. Sarina Brons waarschuwt voor automatisme. „Ook al ben je een leesbare brief van Christus, dat wil niet zeggen dat je kinderen vanzelfsprekend verbinders worden.” Ze pleit ervoor dat ouders zich in hun hart laten kijken. „Ik hoorde een preek over de doop waarin alles keurig werd uitgelegd en dogmatisch klopte, maar het raakte mijn zoon van zestien niet. Pas toen ik hem vertelde hoe ik zelf geworsteld heb met vragen over de doop, het verbond en het geloof, landde het.”
Dr. Fieret roept op om verbinders, al vragen ze minder aandacht dan ontkoppelaars, niet te vergeten. „Ze hebben onze steun hard nodig, want ze behoren tot een minderheid die vaak weinig bijval krijgt. Ook op school kunnen ze zich alleen voelen.” Hij stelt dat het begrip ”distantie” geschrapt lijkt te zijn uit het woordenboek, ook van reformatorische ouders. „Zij zijn soms net zo verslaafd aan de tv-soapserie ”Goede Tijden Slechte Tijden” als hun kinderen.”
Zout
P. W. Moens, bestuurder van de reformatorische scholenorganisatie VGS, vraagt aandacht voor de schakelaars. Hij verwijst naar een video met interviews die is vertoond. „Jongeren zeggen dat de kerk in hun leven het meeste gezag heeft, en twee minuten later vertellen ze dat ze over een paar jaar toch echt hun eigen weg willen gaan.”
Moens vraagt zich af of jongeren wel de juiste boodschap meekrijgen. „We zijn als ouders vaak bang voor de invloed van de wereld in de kerk, maar de kerk zou juist meer invloed moeten hebben in de wereld. We moeten onze jongeren veel meer leren een zoutend zout te zijn in deze wereld.”
Drs. W. J. de Potter, bestuurder van het Hoornbeeck College, spreekt zijn waardering uit voor het lectoraat ”Werken aan de Opdracht”, dat ruim drie jaar lang onder leiding van Fieret onderzoek deed onder reformatorische jongeren. „We hebben de Bijbelse opdracht om jongeren te onderwijzen”, citeert De Potter uit Deuteronomium 6, „maar altijd met een dubbel perspectief. We moeten jongeren voorbereiden op hun plaats in de samenleving én op de eeuwigheid. We geven hun een boodschap mee die haaks staat op het moderne leven, maar, als we eerlijk zijn, ook op ons eigen hart.”
Die spanning heeft het lectoraat de afgelopen drie jaar ervaren, zo blikt dr. Fieret terug. „Mijn eerste woorden bij de aanvaarding van deze functie waren: Het botst. Die twee woorden liepen als een rode draad door ons onderzoek heen.”
Vrijdag stopte het lectoraat ”Werken aan de Opdracht” officieel. Volgens De Potter krijgt het na de zomer een vervolg.