Voorzitter Geref. Bond: Scheppingsgeloof en evolutietheorie zijn niet te verenigen
APELDOORN. Het harmoniemodel, dat natuurwetenschappelijke inzichten wil verbinden met het christelijke scheppingsgeloof, raakt „het gezag en de uitleg van de Heilige Schrift” en is daarom een „onbegaanbare” en „ontoegankelijke” weg.
Dat stelt de voorzitter van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk, ds. A. J. Mensink, in een artikel in het jongste nummer van De Waarheidsvriend, het weekblad van de Gereformeerde Bond.
Ds. Mensink stelt zich daarmee lijnrecht tegenover prof. dr. G. van den Brink, tot juli bijzonder hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond. Die kiest er volgens ds. Mensink voor om in een artikel in het blad Kontekstueel „gangbare inzichten van de evolutiebiologie serieus te nemen en deze te verbinden met het christelijk geloof aangaande de schepping.”
Het prijskaartje dat aan dit harmoniemodel hangt, noemt de voorzitter van de Gereformeerde Bond „zeer hoog”, omdat deze visie het gezag en de uitleg van de Heilige Schrift raakt. „Welke zin heeft de historiciteit van Christus en Zijn werk als de historiciteit van Adam en zijn val in de lucht komen te gangen? (…) En vanaf welk moment in Genesis gaat het dan wél over concrete historie?”
Ds. Mensink schrijft in zijn artikel dat prof. Van den Brink de Bijbelse kernen van „zonde en schuld” en het „werk van Christus als middel tot verzoening en rechtvaardiging” wil laten staan, en dat de hoogleraar ook nooit de stap wil maken om de kern van het Evangelie ter discussie te stellen. Toch noemt hij de weg van het harmoniemodel, die prof. dr. Van den Brink inslaat, „onbegaanbaar, maar ook ontoegankelijk.”
Volgens de voorzitter van de Gereformeerde Bond moet er niet gezocht worden naar een harmoniemodel, maar naar een „verantwoord gespreksmodel” tussen evolutietheorie en het scheppingsgeloof.
In dat gesprek moet onderzocht worden welk gezag er toegekend wordt aan theorieën over de oorsprong van de mensheid. „Het zijn immers verklaringsmodellen, die altijd aan verandering onderhevig zullen zijn”, aldus de predikant. „In die bezinning hebben wij elkaar de komende jaren nog hard nodig.”