Eerbetoon voor herbergen onderduikers
AMERSFOORT. Het is laat, erkent Jos Pothof, secretaris van de Stichting Schuilplaatsverleners. „Aan de erg late kant zelfs.” Volgende week krijgen al die Nederlanders die in de Tweede Wereldoorlog onbaatzuchtig een schuilplaats gaven aan onderduikers dan toch een eerbetoon: een monument op het terrein van Nationaal Monument Kamp Amersfoort.
In het roestige stalen beeld dat hij voor niets vervaardigde, heeft kunstenaar Eric Claus uit Broek in Waterland de schuilplaatsverleners letterlijk het verdiende gouden randje gegeven. „Deze personen waren goud waard”, zegt Pothof. „Door hun toedoen bleven enkele honderdduizenden mensen uit handen van de nazibezetter: verzetsmensen, politieke en kerkelijke leiders, leraren en docenten die weigerden de loyaliteitsverklaring te ondertekenen, Joden, bemanningsleden van neergeschoten geallieerde vliegtuigen, opgeroepen dwangarbeiders. Dankzij de schuilplaatsverleners zijn ze niet afgevoerd naar vernietigingskampen of ingezet in de Duitse oorlogsindustrie. Het was een heel effectieve vorm van verzet, die in alle stilte en volstrekt onopgemerkt plaatshad.”
Tegelijkertijd was het voor de schuilplaatsverleners en hun gezinnen bepaald niet zonder risico. Pothof: „Dagelijks bestond het gevaar ontdekt te worden, bijvoorbeeld door verraad. Dan volgden arrestatie en strafkamp, vaak werden schuilplaatsverleners met hun gezinsleden gefusilleerd. We kunnen het ons nauwelijks voorstellen wat een spanning dat voor de gezinnen moet zijn geweest.
Diepste geheim
In het diepste geheim moesten de onderduikers gevoed en verzorgd worden, vaak gedurende maanden en zelfs jaren. Wat te doen als zij ziek werden? Hoe om te gaan met onderlinge spanning tussen onderduikers in je eigen huis? Zijn de kinderen in staat alles geheim te houden?”
„Bewonderenswaardig is het wat deze buitengewoon moedige, gewone Nederlanders deden”, vindt Pothof. „De staat Israël heeft sommige schuilplaatsverleners een Yad Vashemonderscheiding toegekend. De meesten hebben na de oorlog echter niet het eerbetoon gekregen dat zij verdienen, een enkele uitzondering op lokaal niveau daargelaten.”
Luitenant-kolonel buiten dienst Piet Hoevenaars (88) uit Amersfoort vond enkele jaren geleden dat dit verzuim goedgemaakt moest worden. Met Pothof, die hij kende van hun gezamenlijke bestuurlijke inzet voor het Nationaal Monument Kamp Amersfoort, en anderen zette hij daarvoor de Stichting Schuilplaatsverleners op.
Andere kant
„Het wordt hoog tijd dat het monument er komt”, zegt Pothof. „We zijn eigenlijk al te laat. De meeste schuilplaatsverleners zijn inmiddels overleden. Er leven echter nog mannen en vrouwen die onderdak verschaften en er zijn kinderen die zich de sfeer in huis destijds nog herinneren.”
Het monument wordt volgende week vrijdag onthuld door Ronald Leopold, directeur van het Anne Frankhuis in Amsterdam. „’s Werelds bekendste schuilplaats”, aldus Pothof. Het beeld wordt onderdeel van de rondleidingen op het terrein van Kamp Amersfoort voor ongeveer 40.000 bezoekers per jaar. „De gidsen en vrijwilligers die vertellen wat zich daar in de Tweede Wereldoorlog heeft afgespeeld, kunnen met het monument ook de andere kant laten zien: het uit handen van de nazi’s kunnen blijven doordat Nederlanders de rug recht hielden toen het erop aankwam, risico’s durfden nemen en hulp en beschutting boden aan hen die dat nodig hadden. Ook voor de jeugd van nu is dat goed om te benadrukken: oog hebben voor de noden van anderen, ook als dat kan leiden tot gevaar voor eigen leven en dat van je naasten.”
Het monument is tevens begin- en eindpunt van het Onderduikerspad, dat de komende jaren meer accent krijgt. Dat is vanaf het centraal station in Amersfoort uitgezet langs dezelfde route die de gevangenen in de oorlogsjaren moesten lopen, naar en vanaf Kamp Amersfoort.