Kinderen hebben profijt van vitamine D doordat het ervoor zorgt dat calcium en fosfor tijdens de groei in de botten wordt vastgehouden. Bij oudere mensen gaat het botontkalking tegen. Daarnaast is de vitamine belangrijk voor het afweersysteem.

Van de twee soorten, vitamine D2 en D3, is D3 de meest effectieve, ook in de synthetische vorm die in vitaminepillen of -druppels zit.

Kinderen die te weinig van de vitamine hebben, kunnen Engelse ziekte krijgen, waardoor afwijkingen aan het skelet ontstaan. Volwassenen en ouderen hebben meer risico op zwakke botten en spieren. Een teveel aan vitamine D komt volgens het Voedingscentrum weinig voor. „Dat kan alleen door langdurig te veel supplementen gebruiken.” In dat geval kunnen kalkafzettingen in het lichaam ontstaan. Iemand die normaal eet, krijgt daar geen last van. Ook van langdurig in de zon zitten krijg je niet te veel vitamine D, omdat de huid zelf de aanmaak regelt.

Zon en voeding geven voor de meeste mensen genoeg vitamine D. Mensen met een donkere huid en mensen die veel binnen zitten, moeten meer moeite doen om aan de gewenste 10 microgram te komen. Mensen van 70 en ouder hebben 20 microgram per dag nodig.

Om de vitamine uit voeding binnen te krijgen, kan je het best vette vis eten, zoals haring, zalm en makreel. Vlees en eieren geven een stuk minder vitamine D af. Aan halvarine, margarine en bak- en braadproducten wordt de vitamine toegevoegd. Dat geldt ook voor babyvoeding en veel zuivelproducten voor kinderen. Van het stofje zit van nature ook een beetje in roomboter.