Diensttijd Bush nog niet opgehelderd
Het Witte Huis heeft dinsdag documenten gepresenteerd die een einde moesten maken aan de beschuldiging dat president Bush indertijd niet heeft voldaan aan zijn plichten als lid van de Nationale Garde. Probleem is echter dat de documenten meer vragen oproepen dan beantwoorden.
Net als tijdens de verkiezingscampagne in 2000 duiken nu opnieuw de verhalen op over Bush die zijn verplichtingen tegenover de Nationale Garde ontdook. Het gaat dan vooral om een periode in Alabama, waar hij zich niet gemeld zou hebben. Bush behoorde indertijd tot de groep jongeren met invloedrijke ouders die zich bij de Nationale Garde meldde om dienst in Vietnam te ontlopen.
De president schildert zichzelf af als een „oorlogspresident”, maar zijn geschiedenis bij de Nationale Garde steekt mager af bij die van Democratisch presidentskandidaat John Kerry, die zich vrijwillig meldde voor dienst in Vietnam. Daar werd Kerry bovendien onderscheiden voor moedig optreden. Om het imago van de president op te vijzelen, presenteerde woordvoerder Scott McClellan dinsdag documenten waaruit blijkt dat Bush voor zijn dienst werd betaald en dat hij zijn opleiding als piloot voltooide.
De documenten tonen echter ook aan dat Bush zich van mei tot oktober 1972 en van januari tot april 1973 niet meldde bij de Nationale Garde. Volgens McClellan deed de president in deze perioden „vervangende dienst” elders. Maar daarover is niets bekend en die bewering kan ook niet met documenten worden gestaafd. Bush werd wel „eervol ontslagen” uit de dienst voor de Nationale Garde. Afgelopen zondag voerde hij dat in een tv-interview aan als bewijs voor het feit dat hij aan zijn verplichtingen had voldaan.
Senator Kerry wilde dinsdag niet reageren op de presentatie van de documenten. „Dit is Bush’ verleden, niet het mijne”, aldus Kerry. Het Witte Huis wil duidelijk voorkomen dat Bush’ AWOL-periode („away without leave” - afwezig zonder toestemming) een onderwerp wordt in de komende verkiezingsstrijd, waarbij men de kwaliteiten van de Republikeinse president als militair leider juist wil benadrukken.