Verwijdering embryo bij meerlingzwangerschap niet zonder risico
AMSTERDAM. Het verwijderen van één of meer embryo’s uit de baarmoeder bij een meerlingzwangerschap is niet zonder risico.
De ingreep vergroot de kans op vroeggeboorte. Ook kan het een miskraam opwekken. Dat concludeert Lidewij van de Mheen, die woensdag in het VUmc in Amsterdam promoveert op onderzoek naar meerlingzwangerschappen.
Bij een zwangerschap gaat het in Nederland in ongeveer 2 procent van de gevallen om een meerlingzwangerschap. Ivf-behandeling geeft een grotere kans op een meerlingzwangerschap.
Verwacht de moeder een tweeling of een drieling, dan geeft dat een verhoogd risico op complicaties voor zowel moeder als kinderen. De moeder heeft een grotere kans op hogebloeddruk, zwangerschapsvergiftiging en suikerziekte. Rond de bevalling komen een keizersnede en hevig bloedverlies vaker voor. Voor de kinderen is er een groter risico op vroeggeboorte, met daarmee een aanzienlijke kans op overlijden of op het ontstaan van handicaps.
Bij embryoreductie worden één of meer foetussen gedood, zodat er één kind in de baarmoeder achterblijft. De bedoeling is dat de verhoogde kans op complicaties daarmee afneemt.
Van de Mheen onderzocht zwangerschappen waarbij embryoreductie heeft plaatsgevonden. Ze ontdekte dat dit de zwangerschapsduur maar met enkele weken verlengde en dat de kans op vroeggeboorte en sterfte van één of meer kinderen niet omlaagging. Bovendien kan er na de ingreep bloedverlies ontstaan en een miskraam optreden.