Onrust in Venezuela: mariniers Aruba op scherp
ORANJESTAD. Nederlandse mariniers op Aruba staan klaar om in te grijpen als de onrust in Venezuela tot aan het Caraïbische eiland zou reiken. Dat kan op verschillende manieren.
De hoogste militaire baas van de Koninklijke Marine, luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk, wees zelf op de dreigende situatie aan de rand van het Koninkrijk der Nederlanden. „Op slechts 25 kilometer van Aruba kampt Venezuela met een politiek instabiele situatie en gaan geruchten rond over een mogelijke staatsgreep”, schreef Verkerk onlangs in het marineblad Alle Hens.
Het is al een tijdje onrustig in Venezuela. Vorige maand kondigde de Venezolaanse president, Nicolas Maduro, aan dat Maximiliano Hernandez Vasquez, een gepensioneerde generaal van de luchtmacht, samen met elf andere militairen en twee zakenlieden was aangehouden in verband met een poging tot staatsgreep. Die actie zou gefinancierd worden door organisaties en personen in de Amerikaanse stad Miami. Het complot voorzag in het bombarderen van strategische locaties in de hoofdstad Caracas, met als doel het omverwerpen van de regering van Maduro.
Venezuela overleefde sinds 2002 meerdere pogingen tot staatsgreep. De Amerikaanse president Barack Obama noemde vorige week Venezuela een ernstige bedreiging voor landen in de regio. Ook voerde hij sancties in tegen zeven Venezolaanse regeringsfunctionarissen omdat ze mensenrechten zouden schenden en corrupt zouden zijn.
Op Aruba is een compagnie van het Korps Mariniers gestationeerd, bestaande uit een staf, drie pelotons en ondersteunende eenheden, waaronder een bootgroep. Bij elkaar zo’n 200 militairen. Ze zijn mede verantwoordelijk voor de verdediging van het koninkrijk en het handhaven van de veiligheid in de regio. Zo doen mariniers bijvoorbeeld mee aan drugsbestrijdingoperaties.
De mariniers kunnen worden ingezet om à la minute Nederlanders, zoals ambassadepersoneel, uit Venezuela weg te halen. Dat kan door met snelle motorboten, zogenaamde Friscs, vooraf gewaarschuwde burgers van het strand in Venezuela te halen.
Denkbaar is ook de inzet van specialisten van het Korps Commandotroepen (KCT). Ruim tien jaar geleden kwamen ze in actie toen in 2004 de situatie in Ivoorkust zo gevaarlijk werd dat de Nederlandse regering besloot haar ambassadeur en ambassadepersoneel te evacueren met de hulp van KCT’ers.
Twee commandoploegen, zestien man sterk, kregen toen de taak om de evacués en de Nederlandse residentie te beveiligen in Abidjan, de grootste stad van Ivoorkust. Barricades werden opgetrokken en de troepen namen strategische posities in rondom het pand. Dankzij het snelle handelen konden een dag later al de eerste mensen worden teruggevlogen naar Nederland. Alleen de ambassadeur en zijn vrouw bleven achter. Hun evacuatie werd uit veiligheidsoverwegingen ’s nachts uitgevoerd.
De actie was niet eenvoudig omdat zich rond de residentie een grote menigte had verzameld. Scherpschutters op het dak van de ambassade spotten ook zwaarbewapende militaire voertuigen.
Toen de nacht viel kon het KCT snel handelen. De ambassadeur werd direct naar het vliegveld gebracht waar een Herculesvliegtuig met draaiende motoren klaar stond om zo snel mogelijk te kunnen opstijgen. Alle evacués werden uiteindelijk bevrijd uit de hachelijke situatie zonder dat er slachtoffers of gewonden vielen.