Het Stedelijk nam deze maatregel nadat hij had gedreigd in het museum tegen een schilderij van Marlene Dumas te plassen. Hij wilde het „met een welgemikte pisstraal verbeteren”, schreef hij in 2012 in e-mails. Van Koningsbruggen had het eveneens voorzien op een werk van Luc Tuymans. Dat gebeurde nadat Van Koningsbruggen geen uitnodiging kreeg voor deelnemende kunstenaars voor de heropening van het museum. Het Stedelijk kocht in het verleden diverse werken van hem.

Dit jaar wilde het Stedelijk de kunstschilder weer toelaten voor een proeftijd van een jaar, maar toen kondigde hij aan samen met onder anderen crimineel Willem Holleeder naar het museum te komen. Volgens hem was de kans groot dat Holleeder „tegen een beeld van Dan Flavin gaat staan pissen”. Hierop mocht hij het museum wederom niet in.

De rechter oordeelde dat het museum terecht het risico niet heeft willen nemen dat de kunstenaar werken zou beschadigen. Hierbij werd ook gekeken naar het strafrechtelijk verleden van Van Koningsbruggen, die in 2007 veroordeeld is tot een jaar celstraf, waarvan zeven maanden voorwaardelijk, voor brandstichting. Hij kon het destijds niet verkroppen dat er een dijk zou komen in de plaats van zijn woning, waarop hij in november 2006 het projectbureau voor de aanleg van het Wieringerrandmeer in brand stak.

De kunstschilder meent dat het Stedelijk Museum zijn e-mails onterecht als serieuze dreiging heeft beschouwd. Hij bestempelde de berichten als satire. Zijn ongenoegen over het museum stond volgens hem in geen verhouding tot de situatie die hem aanzette tot brandstichting, verklaarde hij bij de rechter. Die laatste vond dat het Stedelijk terecht is uitgegaan van een serieus dreigement en dat het nog maar de vraag is of de mails daadwerkelijk satirisch waren bedoeld.