De af te stoten onderdelen maken composietharsen en grondstoffen voor onder meer plastic, nylon en lijm. Die producten passen niet in de toekomstplannen van DSM. Het bedrijf wil zich toeleggen op de productie van toevoegingen voor de voedingsmiddelenindustrie, zoals vitamines, en van materialen en coatings voor onder meer de automobielindustrie. Daardoor moet het productaanbod minder gevoelig worden voor economische schommelingen.

Met de transactie is een bedrag van 600 miljoen euro gemoeid. Daar kan, afhankelijk van de toekomstige financiële prestaties van het nieuwe bedrijf, tot 175 miljoen euro bijkomen. DSM verwacht netto tussen de 300 en 350 miljoen euro aan de deal over te houden. Dat geld zal worden gebruikt om de schuld te verlagen, zei topman Feike Sijbesma. In de resultaten over het eerste kwartaal moet wel een boekverlies van 130 miljoen euro worden opgenomen.

De vakbonden reageerden kritisch op de stap, die 575 werknemers in Nederland betreft. „DSM verkoopt de laatste jaren in sneltreinvaart bedrijfsonderdelen aan investeringsmaatschappijen”, zei CNV-bestuurder Ron Smeets. „Het bedrijf investeert wel, maar niet in werkgelegenheid in Nederland, waar uiteindelijk toch de bakermat van het bedrijf ligt.” FNV wil met DSM in gesprek over garanties voor de werkgelegenheid, zei bestuurder Henk van Rees.

Sijbesma noemde de samenwerking met CVC echter „voor alle partijen de beste oplossing”. Hij stelde dat de werknemers van de betreffende onderdelen daarmee duidelijkheid krijgen. Ook gloort er volgens de topman weer groeiperspectief, omdat investeringsruimte ontstaat die er onder de vleugels van DSM niet was.