Kerk & religie

Mirjam Blott: Alle kerkgebouwen behouden gaat niet

Steeds meer kerken komen leeg te staan. Dat proces gaat snel en de hoeveelheid kerken die het betreft is „enorm.” Langzaam dringt dat door bij tal van betrokkenen. Als projectleider van de Agenda Toekomst Religieus Erfgoed probeert Mirjam Blott zo veel mogelijk lijntjes aan elkaar te knopen. Zodat een flink aantal kerken toch behouden kan blijven. Al dan niet met een andere functie.

Wim Hulsman

13 March 2015 14:28Gewijzigd op 15 November 2020 17:21
Mirjam Blott. beeld RD, Anton Dommerholt
Mirjam Blott. beeld RD, Anton Dommerholt

De toren van de Andrieskerk in Amerongen is weer uit de steigers. Hij is gerestaureerd en staat fier de toekomst af te wachten. Zondags staan de deuren er open. Dat is al eeuwenlang het geval. En het lijkt voorlopig ook zo te blijven. De kerk is volop in gebruik bij de hervormde gemeente. „Het beste gebruik van een kerk is nog altijd religieus gebruik”, stelt de Amerongse Blott.

Toch moeten tal van kerkeigenaren op zoek naar alternatieven. Dat is een zoektocht, omdat er veel bij komt kijken en emoties ook een rol spelen, zegt Blott. „Pas als een kerkgebouw dreigt te verdwijnen, blijkt hoeveel mensen zich betrokken voelen op die kerk. Dat blijkt keer op keer.”

Betrokkenen moeten met elkaar niet alleen rekening houden met de cultuurhistorische waarde van het gebouw, maar ook met de religieuze waarde –„wat betekent de kerk voor de kerkelijke gemeente”– en de maatschappelijke waarde –„veel omwonenden vinden dat de kerk niet mag verdwijnen, al komen ze er niet als kerkganger.”

Een lastig proces?

„Ja, het is heel belangrijk om als kerkeigenaar goed contact te hebben en te houden met alle betrokken partijen. Daarom zijn we vanuit de Agenda Toekomst Religieus Erfgoed ook bezig processtappen te beschrijven: hoe trek je op met de burgerlijke gemeente en met betrokkenen uit de maatschappij die een kerkgebouw willen behouden? Zo’n stappenplan kan kerkeigenaren die een gebouw moeten sluiten of afstoten helpen het proces soepel te doorlopen.”

Een goed netwerk lijkt onmisbaar.

„Kerkelijke gemeenten treden over het algemeen niet zo naar buiten als alles zijn gangetje gaat. Toch is het belangrijk om contact te hebben met de plaatselijke overheid. Want op het moment dát een kerk moet worden gesloten, is dat contact heel erg nodig. Het komt bijvoorbeeld voor dat een maatschappelijke groepering die een kerk wil behouden naar de gemeente stapt om de kerk tot gemeentelijk monument te laten verklaren, om zo meer greep op de ontwikkelingen te hebben. Als kerkeigenaar die het gebouw kwijt wil, ben je daar niet blij mee. Dan is het van groot belang dat er lokaal korte lijnen zijn, om te voorkomen dat het proces ontspoort. We moeten voorkomen dat als we straks duizend kerken moeten sluiten, we duizend keer mot krijgen.”

Hoe kunnen kerkbeheerders omgaan met de emotionele kant van een kerksluiting?

„Mensen hebben soms generaties lang gebruikgemaakt van een kerk. En de emotionele waarde van zo’n kerk is groot. We willen daarom graag ook voorbeelden laten zien van hoe je met al die zaken dealt in een proces.

Ik was recent in de Oostkerk in Middelburg. De protestantse gemeente daar heeft besloten die monumentale koepelkerk af te stoten. Ze heeft veel aandacht besteed aan het afscheid nemen. Binnen de agenda wordt bijvoorbeeld gekeken of een liturgisch plan dat de gemeente volgt bij zo’n sluiting soelaas biedt.”

Kerkeigenaren hebben vaak moeite met nieuwe bestemmingen die botsen met het karakter van een kerkgebouw.

„Dat is begrijpelijk. De kerkelijke gemeente die het gebouw afstoot gaat door een rouwproces. Dat vraagt om zorgvuldigheid. De nieuwe eigenaar moet ook begrip tonen voor de eigenschappen van het gebouw.

Ik denk dat het belangrijk is om de waarde van het gebouw te beschrijven. Ik heb meegewerkt aan het beschrijven van biotopen van buitenplaatsen in de provincie Utrecht. Daarin wordt aangegeven wat de cultuurhistorische waarde van een landgoed is. Dat wordt gedaan om aan een toekomstige eigenaar, bijvoorbeeld een projectontwikkelaar, duidelijk te maken wat bij zo’n buitenplaats wel past en wat niet.

Zoiets zou je kunnen opstellen voor kerkgebouwen. Een kerk- en kloosterbiotoop. Dat begrip bedenk ik nu.”

In juni 2014 werd de Agenda Toekomst Religieus Erfgoed gelanceerd. Hoe kwam dat initiatief tot stand?

„In het Jaar van het Religieus Erfgoed 2008 hebben veel partijen die bij het beheren van kerken betrokken zijn, elkaar leren kennen. In dat jaar werkten de Protestantse Kerk in Nederland, de bisdommen, cultuurhistorische organisaties, overheden en allerlei andere betrokkenen samen rond dit thema. De organisaties leven nog veel op hun eigen eiland, maar dat themajaar heeft ze wel met elkaar in contact gebracht.

Na 2008 viel de motor echter weg. Mensen wisten elkaar nog steeds snel te vinden, maar er was geen centrale coördinatie meer.

In 2012 heeft de directeur van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Cees van ’t Veen, de spelers uitgenodigd voor overleg. Het was duidelijk dat de problematiek van de leegstand van kerken snel toenam.

In 2013 is nagedacht over hoe verder te gaan. Zo ontstond het idee voor de agenda.

Verder speelde mee dat het themajaar voor de crisis viel. Toen zat er nog veel geld in allerlei potjes. Maar we leven nu in andere tijden. Dus moeten we het anders aanpakken. We gaan krachten en energie mobiliseren om samen het probleem van de leeg komende kerken aan te pakken. Met elkaar kun je meer dan alleen.”

Hoe staat het nu met de agenda?

„Er zijn vorig jaar zeven werkgroepen opgericht. Die houden zich bezig met de thema’s: kerken en kloosters die religieus gebruikt blijven worden; exploitatie en financiering; wet- en regelgeving; praktische handreikingen; tussentijds gebruik; waardebepaling; en open kerken en kloosters. In elke groep zijn diverse bloedgroepen van kerken en de RCE vertegenwoordigd. Er wordt veel werk verzet, ondanks het feit dat kerkelijke organisaties weinig betaalde mankracht hebben.”

Wat zijn concrete resultaten?

„Er wordt gewerkt aan een digitale kennisbank. De achterliggende jaren is er veel kennis over het beheer van kerken en het afstoten van religieuze gebouwen ontwikkeld. We moeten voorkomen dat het wiel opnieuw wordt uitgevonden. Daarom moet alle relevante kennis gebundeld worden en doorzoekbaar gemaakt worden. De RCE zal deze kennisbank beheren.

De werkgroep die zich verdiept in het thema exploitatie en financiering is rekenvoorbeelden aan het opstellen over het beheer en de verkoop van kerken. Elke kerk is uniek, want het maakt veel verschil of ze in een stad of in een dorp staat, in een krimpgebied of in de Randstad. Daarom kun je geen rekenmodel maken, maar wel voorbeelden.

Een andere werkgroep ontwikkelt het plan ”adopteer een kerk”. Waarom zouden een of meer ‘adoptieouders’ niet tijdelijk het beheer en onderhoud van een kerk voor hun rekening kunnen nemen als de religieuze functie is vervallen? Een stichting of een welgestelde particulier. Dat kan ook een fase zijn om te experimenteren met het gebruik van kerkgebouwen voor nieuwe doeleinden.”

Een werkgroep buigt zich over wet- en regelgeving. Waar liggen de grootste hobbels?

„Er zijn de afgelopen jaren veel wetten en regels geschrapt. Dat is op zich goed. Procedures zouden soepeler moeten verlopen. Maar veel gebruikers van kerken merken weinig van een vermindering van de regeldruk. Om toch greep te houden op de situatie komen er soms juist eisen vanuit de overheid bij, of de regels worden anders toegepast: in feite een ongewenste uitwerking van deregulering. Ook voor dit punt is het belangrijk dat overheden betrokken zijn.”

In 2008 kwamen stevige cijfers over kerksluiting op tafel: elke week zouden twee kerken of kloosters de deuren sluiten. Daar kwam kritiek op. Kloppen de cijfers?

„Van de 6500 kerkgebouwen zal een derde zijn functie verliezen. Van de 135 kloosters zijn er over vijf jaar nog maar 15 in gebruik. Die cijfers kloppen. Nu valt het op het oog misschien nog mee met de kerksluitingen, de gebouwen zijn goed onderhouden. Nu halen we die twee per week nog niet, maar er komt over een paar jaar een hausse van sluitingen aan.”
En wat moet er met al die gebouwen gebeuren? Zijn we wel creatief genoeg? Tal van kerken willen bijvoorbeeld een concertpodium bieden.

„Er is veel creativiteit. Maar voor nieuw gebruik van een kerk moet wel een goed businessplan op tafel liggen. Er moet een verdienmodel zijn. Neem de kloosters. Op een gegeven moment is het maximum van het aantal kloosters waar mensen bezinningssessies kunnen volgen bereikt.

Daarom komt de vraag ”kunnen we alles wel bewaren” steeds dichterbij. Het woord sloop wordt de laatste jaren nadrukkelijker genoemd. Dat is terecht. We moeten de werkelijkheid onder ogen zien. Ook in Den Haag dringt het probleem meer door. Bij sommige provincies zou het thema religieus erfgoed nog wat hoger op de agenda mogen staan. Als positief voorbeeld noem ik Noord-Brabant, dat goed over het thema heeft nagedacht.”

Wat zijn voor u inspirerende voorbeelden?

„Ik heb zelf bij Museum Speelklok in Utrecht gewerkt. Dat is gehuisvest in de Buurkerk. Het was eind vorige eeuw een van de eerste grote voorbeelden van hergebruik van een kerk.

Zo zijn er meer goede voorbeelden. Dan denk ik aan de boekhandel in de Dominicaner Kerk in Maastricht.”


Mirjam Blott

Mirjam Blott studeerde kunstgeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en massacommunicatie/pr in Utrecht. Zij was veertien jaar –van 1990 tot 2004– werkzaam in de museumwereld bij Museum Speelklok, gehuisvest in de Utrechtse Buurkerk. In 2004 startte zij haar bureau De Culturele Zaak (deculturelezaak.nl). Als adviseur en projectleider is zij vanuit haar kantoor in Amerongen betrokken bij projecten in de culturele sector. Blott was projectleider van het Jaar van het Religieus Erfgoed in 2008. Vorig jaar vroeg de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) haar als projectleider voor de Agenda Toekomst Religieus Erfgoed (toekomstreligieuserfgoed.nl).

Meer over
Serie: Kerkbreed

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer