„Op internet zoek ik info over bloeddruk”

C. A. van de Koppel (79) uit ’t Veld, in Noord-Holland, samen met zijn vrouw op bezoek in Kampen: „Ik ben oud-bibliothecaris aan de Universiteit van Amsterdam. In Kampen studeerde ik theologie. Ik gebruik elke dag internet. Ik bezoek bijvoorbeeld de sites van De Telegraaf en de Volkskrant. Of de Franse krant Le Monde. We hebben twintig jaar in Frankrijk gewoond. Ik volg bijvoorbeeld de politiek. Ik ben voor de SP. Mijn vrouw is nog linkser. Mijn vrouw doet betalingen via internet. Ik kijk elke dag of we niet bestolen zijn.”

Zij: „Ik kocht een espressoapparaat via internet. Toen kreeg ik van het bedrijf te horen dat ik het geld niet had overgemaakt. Terwijl dat wel zo was. Het bedrijf zei later dat het geld toch was overgemaakt. Ik vond dat een vervelende gang van zaken.” Hij: „We hebben besloten om geen grote aankopen via internet te doen.”

Hij: „Ik speel best wel doktertje op internet. Dan zoek ik gegevens op over bijvoorbeeld bloeddruk of darmkanker. Zeven jaar geleden had ik darmkanker.” Zij: „Hij zoekt op internet informatie over elke klacht die hij denkt te hebben. Internet is een onuitputtelijke bron van informatie. Pas wilde ik weten wat kaantjes nu precies zijn en hoe je die maakt. Die kregen we vroeger bij moeder. Het zijn stukjes uitgebakken rundvet.” Hij: „Ik maak foto’s van planten en dieren. Via internet kan ik controleren of ik er de juiste namen aan geef.”

„Ik bekijk soms oude foto’s over Kampen”

Wim Juffer (73) uit Kampen, voorheen werkzaam in de bouw: „Iedere dag zit ik zo’n twee uur op internet. Ik heb een laptop en een iPad.

Ik bezoek bijvoorbeeld de websites van De Telegraaf en de NOS. Ik volg ook onze wijkagent, in onze Kamper wijk Brunnepe. Via internet bekijk ik soms oude foto’s van Kampen of van het bedrijf waar ik veertig jaar heb gewerkt.

Ik zit ook op Facebook. Je krijgt meer kennissen. Pas ontdekte ik op internet iemand van wie ik denk dat ze ons voormalige buurmeisje is. Via Facebook heb ik haar daarover een vraag gesteld. Ik zit niet op Twitter. Dat kan ik niet. Ik mail geregeld, bijvoorbeeld met kennissen, of om een vakantiehuisje te boeken.

Ik koop eigenlijk nooit wat via Marktplaats. Ouderen zijn voorzichtiger. Ik vind het niet vertrouwd om geld over te maken via allerlei voor mij onbekende sites. Als je niet zeker bent van je zaak, kun je de boot ingaan. Via 123inkt.nl bestel ik wel inkt.

Ik zie dat kinderen handig omgaan met digitale dingen. Dan zitten ze bij ons op de bank met een iPad. Moet je die tikkende vingers zien als ze een spelletje doen.

We hebben een tuin. Als ik daarover bepaalde informatie wil weten, ga ik op zoek op internet. Dat is makkelijk. Dan moet je denken aan gegevens over de bestrijding van aardappelziekte of over bemesting.”

„Chagrijnige foto op Facebook gezet”

Henk Mulders (71) uit het Drentse Vledder, voorheen hoofd voorlichting van de Tweede Kamer, met zijn vrouw op bezoek in Kampen: „Ik ben al jaren vertrouwd met internet. Ik kijk vaak op nu.nl of weeronline.nl. Ik mail met de kinderen en met kennissen.

Hoewel ik niet zo zoekerig ben, zoek ik een enkele keer wat informatie op op internet. Wat betekent een bepaald woord? Zo las ik pas in een artikeltje op nu.nl dat kinderen die te veel worden geprezen, narcisme kunnen ontwikkelen. Dan denk ik: Wat betekent narcisme precies? Dan zoek ik het even op internet op. Narcisme heeft onder meer te maken met zelfverheerlijking. Toen we naar Kampen reden, vroeg ik me af of Kampen groter of kleiner is dan Steenwijk. Dat wil ik even op Wikipedia opzoeken.

Als ik pijn in mijn teen heb, ga ik niet op zoek naar informatie op internet. Ik ben ook niet zo weg van bijsluiters. Als je die leest, wordt je er altijd zieker van dan je bent.

Ik zit op Facebook. Kan ik volgen hoe mijn neefjes het er af hebben gebracht tijdens hun basketballwedstrijd. Ik heb een chagrijnige foto van mezelf op Facebook gezet. Bril, sigaar. Het schrikt af. Dat moet ook. Op internet is dat goed, je moet afstand bewaren. Ik hoef niet alles van iedereen te weten, andersom ook niet. Mooi weer en gezondheid vind ik belangrijker dan internet.”