De wethouder zegt maar één ding te kunnen doen en dat is nauw betrokken blijven bij de ontwikkeling van het stadionpark, waarin verbouwing van De Kuip of nieuwbouw van een stadion valt. De komst van een sportcampus valt buiten de stadionplannen. „Die gaat gewoon door”, zegt Visser. „Dat is een gemeentelijk project van 60 miljoen euro. Maar het stadion blijft een project van de Feyenoordfamilie.”

De Kuip is ook belangrijk voor de stad zelf, zeiden onder meer het CDA en de Dierenpartij. De SP vindt dat het proces tot een verbouwd stadion „inmiddels een soap aan het worden is”, aldus fractieleider Leo de Kleijn. „Alleen al om die reden moet er een actievere bijdrage komen”, vindt Kleijn. De wethouder hield vast aan de rol die de gemeente heel de tijd al inneemt.

Visser kan zich wel voorstellen dat veel Rotterdammers teleurgesteld zijn omdat het laatste plan in de prullenbak is gegooid. Het gaat nu weer jaren langer duren voordat er überhaupt iets wordt verspijkerd aan het bestaande stadion of dat er nieuwbouw komt. „Ondertussen kunnen wij niets anders doen dan betrokken blijven. Dat doen we ook door kennis en kunde te leveren op het gebied van allerlei vraagstukken, zoals verkeer, milieu, duurzaamheid.”