Uit een klantenanalyse blijkt dat ruim 40 procent van de gebruikers jonger was dan 18. Dat betekent dat 37.600 kinderen voor hun voeding afhankelijk waren van de voedselbank.

Meer dan de helft van de klanten is binnen een jaar weg omdat ze weer zelf voor de eerste levensbehoeften kunnen zorgen. Voedselbanken proberen hun klanten te verwijzen naar gemeentelijke instanties die helpen hun leven weer op orde te krijgen.

De voorwaarden om voor voedselhulp in aanmerking te komen, bleven onveranderd. De vraag daarbij is hoeveel geld iemand nog heeft om te leven na aftrek van allerlei vaste lasten als huur, energie, water, zorgkosten en aflossing schulden. Voor een volwassene is dat maximaal 180 euro per maand, voor een extra volwassene in het huishouden 60 euro en 50 euro per kind. „De meesten moeten het echter met minder doen, soms zelfs maar met 3 euro per week”, zegt een woordvoerster.

Het aantal voedselbanken dat is aangesloten bij Voedselbanken Nederland steeg tot 157. Bij de organisatie werken 10.000 vrijwilligers.