De toon van Pegida tijdens de marsen wordt harder en grimmiger, vooral wanneer ze het heeft over de „migrantenindustrie” en links-groene „knokploegen”. Dat laat onverlet dat er toenadering lijkt te zijn tussen politiek en delen van de beweging. Contacten nemen steeds vastere vormen aan. Een groep sympathisanten heeft CDU-politici in Saksen zover gekregen bijeenkomsten met Pegida-aanhangers te beleggen.

Via die weg lijkt de beweging nu ook voet aan de grond te hebben gekregen in Berlijn. Eind deze maand vindt door bemiddeling van CDU-Bondsdaglid Arnold Vaatz in de Bondsdag een treffen plaats met de staatssecretaris voor Ontwikkelingshulp, Friedrich Kitschelt. Hij zal ze bijpraten over het wereldwijde vluchtelingenprobleem.

In de sympathisantengroep zitten naar eigen zeggen ook tegenstanders van Pegida die wel de zorgen van de demonstranten delen en die „de dialoog willen aangaan met de politiek”. Pegida-aanhangers Heiko Müller en Reiko Beil zijn de drijvende kracht achter de groep en krijgen warme steun van de politieke paria Bachmann. Wat zij voor elkaar krijgen is „super”, aldus de leider. Politiek meeliften kan hij evenwel niet: „Ik kan niet mee op de weg die de groep volgt.”

Als vanouds haalde - de vanwege Hitler-selfies in opspraak geraakte - Bachmann maandagavond uit naar politiek en media. Duizenden betogers scandeerden in het centrum van Dresden weer: Wir sind das Volk (wij zijn het volk). Beil stond ook op het podium en verhaalde over zijn ontmoeting met minister van Binnenlandse Zaken Markus Ulbig van de deelstaat Saksen. De bewindsman had eerder Pegida-organisatoren nog uitgemaakt voor „rattenvangers”, maar zou daar nu op teruggekomen zijn en excuses hebben gemaakt.