VVD incasseert nieuwe dreun vlak voor verkiezingen
DEN HAAG. Het vertrek van het duo Opstelten/Teeven, ruim een week voor de Statenverkiezingen, is een dreun voor de VVD. De positie van premier en VVD-leider Rutte raakt langzamerhand in het geding.
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie was jarenlang de politieke peetvader en vertrouweling van Rutte. Dat de premier nu zonder hem verder moet, is een flinke tegenslag voor de liberale leider. De goede relatie tussen de twee stamt uit de tijd dat Rutte in 2006 in een felle strijd was verwikkeld met Rita Verdonk over het partijleiderschap van de VVD. Opstelten, toen nog burgemeester van Rotterdam, schaarde zich vierkant achter Rutte.
De VVD was, na de strijd die door Rutte nipt werd gewonnen, tot op het bot verdeeld. In 2008 werd Opstelten gekozen tot partijvoorzitter en trok in die hoedanigheid naar veel afdelingen in het land om ze in te peperen dat het afgelopen moest zijn met het onderlinge geruzie en dat ze als één man achter Rutte moesten gaan staan. Anders zou het nooit meer wat worden met de VVD. In die tijd stond de VVD in de peilingen op zo’n vijftien zetels.
Tegenslag
Rutte heeft zijn succes mede te danken aan de inzet van Opstelten. Eigenlijk is de 71-jarige sinds 2008 niet meer geweken van de zijde van de partijleider. Toen Rutte de verkiezingen van 2010 won, werd Opstelten gevraagd om als informateur het kabinet van VVD, CDA en PVV in de steigers te zetten. En naar verluidt stond het voor Rutte van meet af aan vast dat Opstelten het ministerschap van Veiligheid en Justitie zou moeten bekleden en dat Teeven zijn staatssecretaris zou worden. Rutte beschouwde partijgenoot Teeven eveneens als een politiek zwaargewicht.
Hoeveel vertrouwen Rutte in dit koppel had, bleek wel tijdens de formatie van zijn tweede kabinet. Het ”crimefightersduo” Opstelten/Teeven mocht door.
Dat de twee bewindslieden nu het veld moesten ruimen, is een zware slag voor de VVD. Ruim een week voor de Statenverkiezingen op deze manier in het nieuws komen, is geen pretje voor een politieke partij. De VVD krabbelde juist weer wat omhoog in de peilingen.
De hele affaire heeft ook zijn weerslag op partijleider Rutte. Door diverse affaires brokkelde de afgelopen maanden het vertrouwen in Opstelten al langzaam af, maar Rutte hield de „piepjonge” zeventiger tot het laatst toe de handen boven het hoofd. Zaterdag zei de partijleider nog: „Ivo behoort tot de beste mensen die we hebben.” Twee dagen later is Rutte zijn vertrouweling kwijt. Dat mag een inschattingsfout worden genoemd. Kennelijk zag Rutte de ernst van de situatie niet in.
Iets vergelijkbaars deed zich enkele weken geleden ook voor rondom een van de VVD-kroonprinsen, VVD-Kamerlid Verheijen. Na publicaties over zijn onjuiste declaratiegedrag deed Rutte de beschuldigingen af als „erg opgeklopt.” Ruim een week later, net na het vertrek van Verheijen, moest de premier toegeven dat hij te vlot was geweest met zijn oordeel.
Komen er langzamerhand vlekjes op het blazoen van Rutte? Het lijkt erop. En eigenlijk kan hij dat niet gebruiken. Als de coalitie van VVD en PvdA samen met D66, CU en SGP na de Statenverkiezingen geen meerderheid in de Senaat behoudt –en daar ziet het naar uit–, zal er nog veel van Ruttes stuurmanskunst worden gevraagd.