Rechtshulpverleners worstelen met bezuinigingsbeleid Teeven
De Eerste Kamer is boos; boos op staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie. Hij kleedt, zo vindt een Senaatsmeerderheid, de rechtsstaat uit en brengt de vrije toegang tot de rechter in gevaar. In de sociale rechtshulp zijn verdeelde reacties te beluisteren. „Een deel van zijn plannen is goed uitvoerbaar en creatief.”
De rode cijfertjes op het scherm boven de balie van het Juridisch Loket in Utrecht knipperen. Klant nummer 261 is aan de beurt. „Op vrijdagmiddag is het altijd extra druk”, zegt medewerker Jan Pieter Verkennis van de juridische hulporganisatie. „Voor mensen met juridische vragen is het de laatste dag voor het weekend om bij ons langs te kunnen gaan.”
De dienstverlening van de loketten is vooral bedoeld voor rechtzoekenden met een smalle beurs. „Het gaat dan bijvoorbeeld om een onvermogende werknemer die van zijn baas te horen heeft gehad dat hij eruit moet of om een echtpaar dat wil scheiden”, vertelt Verkennis. „Of om een consument die digitaal wat rondsnuffelde op een webshop en opeens blijkt vast te zitten aan een prijzig contract. Wij proberen in zo’n geval helder te krijgen welke site zo iemand bezocht heeft. Als we inschatten dat er onrechtmatig is gehandeld helpen we de cliënt op weg, bijvoorbeeld met een voorbeeldbrief om het contract weer te annuleren. We geven tekst en uitleg, de rest is invulwerk.”
Ruim 524.000 unieke cliënten vonden in 2013 de weg naar de juridische hulporganisatie die verspreid door het land dertig vestigingen heeft in met name de grote steden. Een kwart van hen, ruim 133.000, kon niet binnen het uur worden geholpen omdat hun zaak een grondiger bestudering vereiste. Zij werden doorverwezen naar de zogeheten sociale advocatuur; de groep advocaten die zich deels of exclusief op de on- en minvermogenden richt.
Dankzij een in de jaren 70 tot stand gekomen regel mogen deze advocaat de kosten voor hun werk aan deze doelgroep bij de overheid declareren. Een sociaal advocaat werkt, zoals het in jargon wordt genoemd, op toevoeging: de rechtszoekende krijgt hem van overheidswege toegevoegd.
Vergoedingen
Wat de toevoegingen de overheid jaarlijks kosten, is niet precies bekend. Vaststaat alleen dat de totale kosten voor gesubsidieerde rechtsbijstand (die voor het Juridisch Loket en voor tolken en vertalers daarbij inbegrepen) in 2013 waren opgelopen tot zo’n 495 miljoen euro. Veel te hoog, noemde staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie in de zomer van 2013 dat bedrag. In een brief aan de Tweede Kamer kondigde hij aan 85 miljoen euro op de sociale rechtshulp te willen bezuinigen, onder andere door het neerwaarts bijstellen van de vergoedingen voor de sociale advocatuur en door het aantal jaarlijks af te geven toevoegingen terug te brengen met 17 procent.
De bezuinigingen op het vergoedingensysteem, die Teeven zonder tussenkomst van het parlement kon doorvoeren, zijn sinds deze maand van kracht. Vooral veel strafrechtadvocaten zijn daarover ontstemd. „Natuurlijk hebben veel van mijn collega’s een grote, commerciële praktijk van betalende cliënten, maar wij werken ook heel vaak op basis van een toevoeging”, licht de Amsterdamse strafrechtadvocaat Eric Steller toe. „Als justitie beslag legt op je vermogen en je in een procedure belandt die jaren kan duren, moet je als cliënt toch algauw verzoeken om een toegevoegde advocaat.”
Een toegevoegde zaak heet in jargon ook wel een forfaitaire zaak. Een advocaat krijgt voor zo’n zaak geen urenvergoeding, maar een vast, forfaitair bedrag op basis van een puntensysteem. Stel, een cliënt roept de hulp in van een advocaat, omdat hij is aangehouden en drie dagen in voorlopige hechtenis is geplaatst. Voor een eerste overleg over de te volgen stappen, mag de raadsman dan 1,5 punt declareren. Omgerekend levert dat ongeveer 150 euro op. „Voor dat bedrag moet ik een en soms twee keer heen en weer naar het politiebureau, zo grondig mogelijk de cliënt spreken, de familie en soms ook de werkgever inlichten en soms ook nog langs de plaats delict”, zegt Steller. „Soms is dat vier of vijf uur werk.”
Een advocaat wordt naast de consultatiebijstand vóór verhoor of de bijstand na de inverzekeringstelling opgezadeld met een lange waslijst aan verrichtingen. Van veel van die juridische handelingen heeft Teeven de puntenwaarde met een derde verlaagd. „En het was al geen vetpot”, verzucht Steller. „Voor de bereidheid van strafrechtadvocaten om toevoegingszaken aan te nemen, is dit gewoon niet goed.”
Voor een strafzaak bij de meervoudige kamer van de rechtbank geldt voor Steller in eerste instantie een voorbereidingslimiet van maximaal 24 uur. „Afhankelijk van de vraag of de cliënt gedetineerd is, werk ik dan omgerekend voor 48 of 35 euro per uur”, zegt de advocaat. „Ga je over de 24 uur, dan kun je bij de Raad voor Rechtsbijstand compensatie vragen. Pas als die aanvraag wordt toegekend kun je verder werken voor een vergoeding per uur.”
Ook de urenvergoeding voor de zogeheten bewerkelijke zaken is bij de laatste bezuinigingsronde opnieuw verlaagd, betoogt Steller. „In 2011 zaten we nog op 133 euro per uur, na de laatste bezuiniging van enkele weken geleden komen we nog net boven de 100 euro uit.”
Antibiotica
Voorbeelden van zaken waarvoor de versobering helemaal verkeerd kan uitpakken, heeft Steller volop. „Ik treed onder andere op voor een agrariër uit de pluimveesector. Hij maakt deel uit van een groep agrariërs en dierenartsen die door justitie antibioticafraude ten laste is gelegd. Gezamenlijk zouden ze zonder toestemming illegaal antibiotica hebben ingevoerd en hebben toegediend aan vleeskuikens. Daarvoor zouden ze ook hun boekhouding hebben vervalst.
Hoewel justitie al in 2011 zijn bedrijf binnenviel, loopt de zaak nog steeds. Wij wilden de informanten horen die justitie op het spoor van de agrariërs brachten, maar het openbaar ministerie stak daar steeds een stokje voor. Uiteindelijk kwam er wel een getuigenverhoor met de chef van de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE), maar deze bleek onder druk van de officier van justitie zijn getuigenverklaring te hebben aangepast. Nadat dat bewezen werd verklaard, besloot de rechtbank dat wij de klokkenluiders alsnog rechtstreeks moesten kunnen horen. Toen het OM bleef weigeren hen op te roepen, is de zaak geseponeerd.”
Meer dan 200 uur stak Steller inmiddels in de zaak. „Stel dat ik mijn cliënt een doorsnee commercieel tarief van 260 euro per uur in rekening gebracht zou hebben. Dan zou de verdediging hem nu al meer dan een halve ton hebben gekost, terwijl het de vraag is of de aantijgingen ooit bewijsbaar zijn. Het is geen overbodige luxe, maar pure noodzaak dat dergelijke cliënten zich kunnen laten bijstaan door een toegevoegde advocaat. De nieuwe bezuinigingen hadden mijn kantoor in een zaak als deze zomaar 6000 euro kunnen schelen. Maar ondertussen lopen de kosten voor het secretariaat en de abonnementen op juridische tijdschriften wel gewoon door. De Eerste Kamer heeft in mijn ogen groot gelijk: het moet afgelopen zijn met Teevens bezuinigingsdrift.”
Besparing
Ook het Juridisch Loket speelt in Teevens plannen een prominente rol. Alle on- en minvermogende rechtzoekenden, schreef hij de Tweede Kamer in 2013, moeten in de toekomst hun juridische zoektocht daar verplicht beginnen. Veel zaken kunnen de juristen van het Juridisch Loket daar al direct oplossen. Lukt dat niet, dan bepalen zij voortaan of de cliënt alsnog moet worden doorverwezen naar een toegevoegde advocaat. Noodgedwongen ziet Teeven echter voorlopig af van dit voorstel. De weerstand ertegen in de Eerste Kamer is te groot. Zonder advocaat, zo luidt de kritiek van CDA, SP, D66, GroenLinks en ChristenUnie, is het in veel gevallen niet mogelijk een rechtszaak aanhangig te maken en een geschil aan de rechter voor te leggen. Een rechtszoekende die geen toegevoegde advocaat krijgt, kan zodoende alleen nog kiezen voor buitengerechtelijke oplossing, bijvoorbeeld door zijn zaak aan een geschillencommissie voor te leggen. Een onverantwoorde verschraling, vindt de Senaat.
Een grote behoefte om Teevens plannen te becommentariëren heeft algemeen directeur en bestuurder drs. Jan Albert Waal van het Juridisch Loket niet. „Er is veel kritiek op Teevens plan om onze poortwachtersfunctie te verstevigen. Toch betekent dat voorstel geen robuuste ommezwaai. Als een zaak een belang heeft van minstens 250 euro en wij de ins en outs niet binnen een uur kunnen beoordelen, sturen wij de cliënt nu door naar de advocatuur. De betreffende advocaat krijgt dan een toevoeging om er in plaats van één uur drie uur naar te kijken. Teevens voorstel komt er in de kern op neer dat wíj voortaan drie uur krijgen, zodat wij onze klanten beter kunnen helpen en minder hoeven door te verwijzen. Voor Teeven betekent dat: minder toevoegingen, dus een besparing, terwijl uit onderzoek blijkt dat onze juristen even goed zaken kunnen taxeren als advocaten. Ik vind Teevens voorstel goed uitvoerbaar en creatief.”
En wat als een jurist of juridisch medewerker negatief adviseert over een verzoek om in aanmerking te komen voor een toegevoegde advocaat? Waal: „Zonder advocaat kan zo iemand dan niet naar de rechter, maar als we als Juridisch Loket daartoe besluiten, ligt daaraan een gedegen analyse ten grondslag. Een rechtszaak beginnen voor iemand die kampt met een reeks betalingsachterstanden kan zinloos zijn, als zo’n rechtzoekende niet eerst langs de schuldhulpverlening is geweest. Essentieel is in mijn ogen niet dat er te allen tijde een toegang tot de rechter is gewaarborgd. Het gaat om de toegang tot het recht.”
Feiten en cijfers over sociale rechtshulp
• Het Juridisch Loket is toegankelijk voor mensen met een laag inkomen. Medewerkers van het loket, dat wordt bekostigd door het ministerie van Veiligheid en Justitie, mogen een uur uittrekken voor een zaak. Ingewikkelder zaken verwijzen zij door naar een sociale advocaat, die bij de Raad voor Rechtsbijstand een toevoeging kan aanvragen om de cliënt bij te staan.
• Wie in aanmerking wil komen voor een toegevoegde advocaat mag niet te veel verdienen. Voor gezinnen ligt de maximale inkomensnorm op 36.400 euro, voor alleenstaanden op 25.800. Ongeveer 36 procent van de bevolking valt daarmee onder het bereik van de Wet op de rechtsbijstand (WRB).
• In 2013 gaf de Raad voor Rechtsbijstand 432.745 toevoegingen af aan ruim 290.000 cliënten. Opvallend was de stijging van 10.000 toevoegingen voor verdachten in strafzaken tussen 2011 en 2013. Mogelijk ontstaat door het toegenomen aantal (super)snelrechtzaken eerder een soort urgentiegevoel bij verdachten, opperde de Raad voor Rechtsbijstand als verklaring. Door die toename zijn advocaten in elk geval vaker dan voorheen present op een politiebureau. Gevolg daarvan kan weer zijn dat verdachten die van hun eerste verhoor nog worden heengezonden later toch makkelijker de weg naar een advocaat weten te vinden, bijvoorbeeld wanneer zij met de dagvaarding of de strafbeschikking worden geconfronteerd.
• In 2013 accepteerden 7591 advocaten zaken op toevoegingsbasis. Het gros van hen, 79 procent, hield het overigens bij maximaal honderd toevoegingen per jaar. Het basisbedrag per punt dat nu rond de 104 euro schommelt, bedroeg in 2011 nog 113 euro.
• Strafrechtadvocaten vrezen dat Teeven het accepteren van toevoegingen in een strafrechtpraktijk in de toekomst onmogelijk maakt. Volgens Teeven is dat overdreven; slechts vijftig advocaten declareerden in 2013 meer dan duizend uur voor bewerkelijke strafzaken. Per advocaat ontvingen zij in totaal minstens 135.000 euro voor deze zaken. De vergoedingen voor ‘standaardzaken’ uit het forfaitaire systeem kwamen daar nog bij. Deze varieerden volgens Teeven van 15.000 tot 356.000 euro.