De toenmalige premier David Lloyd George schreef de zogeheten Oorlogslening in 1917 uit tegen een rente van 5 procent. De schuld vertegenwoordigde in eerste instantie de helft van de Britse staatsschuld, totdat de minister van Financiën in 1932, de latere premier Neville Chamberlain, het staatsfonds omzette naar een lening met een rente van 3,5 procent. Daardoor maakte de schuld nog niet een kwart van de Britse schulden uit.

Maar liefst 120.000 mensen tekenden in 1933 in op het staatsfonds, vaak voor kleine bedragen als 1000 of zelfs maar 100 pond.

Groot-Brittannië heeft in de loop der jaren circa 5,5 miljard pond aan rente over de staatslening uitbetaald.

Door de lage rentestand vervangt de Britse regering momenteel leningen voor nieuwe met gunstiger rentetarieven. Sommige leningen gaan zelfs nog verder terug, tot de achttiende eeuw.