Commentaar: Positie zwarte bevolking VS nog niet optimaal
Onze mars is nog niet voorbij. Dat was de kern van de rede die president Obama zaterdag hield in Selma, Alabama. De raciale spanningen zijn nog niet verdwenen uit de Amerikaanse samenleving, zo was zijn conclusie.
De president sprak bij de herdenking van de protestmarsen die een halve eeuw geleden gehouden werden door de zwarte bevolking van Selma. Zij eisten burgerrechten die gelijk waren aan die voor de blanken. De protesten werden toen bruut neergeslagen. Maar ze vormden wel de opmaat voor een breed verzet dat uiteindelijk het gewenste doel bereikte.
Er is sindsdien het nodige veranderd. Enkele maanden na de eerste protestmars tekende president Lyndon B. Johnson op 6 augustus 1965 de Voting Rights Act waarin het uitsluiten van stemrecht op grond van ras verboden werd. Dat was een belangrijke mijlpaal in de strijd van de zwarte bevolking tegen discriminatie. Later volgden er wetten en gerechtelijke uitspraken die de positie van de niet-blanke bevolking verbeterden.
Toch achtte Obama het zaterdag nodig om te zeggen dat de mars als teken van strijd voor verbetering van de positie van de zwarten niet voorbij is. Er is nog veel te winnen. Sterker, er dreigt zelfs verslechtering van hun situatie.
Wettelijk kan het dan zo geregeld zijn dat er geen onderscheid mag worden gemaakt tussen blank en zwart, in de praktijk loopt het bepaald niet vlekkeloos. Ook hier blijkt dat papier geduldig is. De werkelijkheid is dat de sociaaleconomische positie van de zwarte bevolking minder is. De werkloosheid en de armoede onder hen zijn groter. Hun kansen zijn vaak kleiner dan die van blanken. Zwarten zijn vaker ziek, verdienen minder en overlijden jonger.
Zorgelijk is ook dat er bij een fors deel van de blanke bevolking en bij instanties nog altijd sprake lijkt te zijn van vooringenomenheid. Het onderzoeksrapport over de gebeurtenissen afgelopen zomer in de plaats Ferguson (Missouri) is daar een bewijs van. Daar schoot de politie de ongewapende zwarte tiener Michael Brown dood. Uit het regeringsonderzoek blijkt dat er bij de politie in Ferguson beslist sprake is van racisme. En zelfs het feit dat de president, zelf niet-blank, doorgaans slechts met grote terughoudendheid het thema discriminatie aan de orde stelt, bewijst de latente spanning rond dit onderwerp. Wat dat betreft was zijn toespraak van afgelopen zaterdag een opvallende uitzondering.
Waar de zwarte bevolking echt bezorgd over is, is het plan van met name Republikeinse politici in sommige staten om de regels voor het stemrecht aan te passen waardoor het voor niet-blanken moeilijker zal worden om gebruik te maken van hun democratisch recht. Onzeker is of deze voorstellen het zullen halen. Maar het feit dat dergelijke ideeën worden geopperd, is symptomatisch voor het huidig tijdsgewricht.
De Leidse hoogleraar Amerikaanse geschiedenis Schulte Northolt schreef meer dan veertig jaar geleden: „Als de raciale tegenstellingen in Amerika ooit overwonnen worden, zijn we meer dan een eeuw verder.” Een halve eeuw na de eerste marsen in Selma is duidelijk dat de strijd nog lang niet is beslist.