Israël als verbondsvolk niet afgeschreven
SOEST. Het verbond is een Bijbels kernbegrip. Als God met mensen een relatie wil aangaan, gebeurt dit altijd in de vorm van een verbond, stelt de Messiaanse Jood Ariël.
Uit de geschiedenis van Israël blijkt niet dat het als verbondsvolk is afgeschreven, aldus Ariël. „God ziet het Joodse volk onveranderd in een verbondsrelatie, zowel in het vervullen van beloften als in het handhaven van de aangezegde sancties bij verbondsovertreding.”
Ariël sprak zaterdag in Soest op een studiedag van de stichting Cornerstone, die is opgericht door ex-moslim Mochtar Essid om Arabische christenen en Joden met elkaar te verzoenen. De stichting organiseert wereldwijd conferenties waar Messiaanse Joden en tot het christendom bekeerde moslims samenkomen voor grondige Bijbelstudie. De studiedag in Soest werd geleid door Ariël en David, twee Messiaanse Joden die in Israël wonen. Thema van de dag was: ”Het verbond met Israël in het Nieuwe Testament”.
Schenking
Ariël, van beroep Bijbelleraar, legde de cruciale betekenis van het verbond in de Bijbel uit. Niet alleen in Israël, maar overal in het Midden-Oosten werden er verbonden gesloten tussen vorsten en onderdanen of volken onderling. Om het spraakgebruik in de Bijbel goed te begrijpen, is het volgens hem belangrijk twee verbondstypes te onderscheiden. Het ene type verbond gaat over een soevereine schenking van een stuk land, het andere heeft het karakter van een internationaal verdrag tussen twee volken.
Volgens Ariël heeft het verbond met Abraham duidelijk het karakter van een schenking van een land. Kenmerkend voor dit soort verbonden is de vrijwillige, soevereine schenking van het land uit louter gratie, onafhankelijk van verdiensten of de gedragingen van de ontvanger. De Israëlische geleerde benadrukte dat het goed onderscheiden van de verbondstypen cruciaal is voor het begrijpen van het Nieuwe Testament.
Hoewel het verbond met Mozes voortbouwt op het verbond met Abraham, is dit verbond anders van karakter. Het verbond met Mozes onderwijst Abrahams nakomelingen over de levenswijze die bij de verbondsrelatie past. Anders dan de kerkleiders uit de eerste eeuwen christendom meenden, bewijzen volgens Ariël de lotgevallen van het Joodse volk geenszins dat zij verworpen zouden zijn, maar juist dat zij het verbondsvolk bleven.
Vernieuwing
De Messiaanse Jood David, eveneens Bijbelleraar, ging in op Bijbelpassages waarin sprake is van een „nieuw verbond.” Volgens hem blijkt uit Jeremia 31 en andere Bijbelgedeelten dat het altijd gaat over een „verjonging” of „vernieuwing” van het verbond en nooit over een geheel nieuw verbond. „Bij al die nieuwtestamentische passages waarbij een tegenstelling lijkt te bestaan tussen het oude en het nieuwe verbond, blijkt bij nadere bestudering dat het nooit gaat om afschaffing maar altijd om vernieuwing van het verbond”, aldus David. „Ik heb het leven van Jezus nauwkeurig bestudeerd en uit niets blijkt dat Jezus’ woorden in tegenspraak zijn met het mozaïsche verbond. Datzelfde geldt voor de apostel Paulus, die nooit iets leerde wat in tegenspraak was met de mozaïsche wetten.”