De Libische regering gaf onlangs aan dringend zware wapens nodig te hebben voor de strijd tegen groepen als Islamitische Staat. Het land vroeg de VN-Veiligheidsraad het wapenembargo tijdelijk op te schorten, zodat tanks, gevechtsvliegtuigen en andere zware wapens kunnen worden geïmporteerd.

Volgens experts die toezicht houden op het wapenembargo tegen Libië, is het leveren van wapens door de chaotische situatie in het land niet zonder risico. Zo kan het materieel in handen komen van andere groepen, bijvoorbeeld als Libische troepen de controle verliezen over opslagplaatsen. Ook zou het risico aanwezig zijn dat de wapens worden gebruikt tegen „rivaliserende milities, die geen terreurgroepen zijn”.

Het VN-wapenembargo tegen Libië is van kracht sinds de opstand tegen dictator Muammar Kaddafi in 2011. Sinds de val van het Kaddafi-regime lijkt de instabiliteit in het land alleen maar te zijn toegenomen. Het land heeft twee regeringen en twee parlementen sinds een gewapende groep Tripoli veroverde en een eigen kabinet opzette.

Ook zijn in het land allerlei strijdgroepen actief. Zo werden vrijdag elf bewakers gedood toen gewapende mannen het al-Ghani olieveld aanvielen. De aanvallers zouden een aantal beveiligers hebben onthoofd. Volgens een veiligheidsfunctionaris het olieveld inmiddels heroverd. Het is nog onduidelijk wie achter de aanval zit.