Christenpoliticus zal spelbreker worden
De marges voor christelijke politiek worden steeds kleiner, constateert mr. D. J. H. van Dijk.
De geschiedenis van Nederland is gestempeld door de Heilige Geest. Maar waar het kruis eenmaal heeft gestaan, blijft, als het wordt weggenomen, alleen de omgewoelde aarde over. Nederland is een postchristelijk land. Daarmee is de profetie van de voorman van de hernhutters, graaf Zinzendorf (1746), helaas bewaarheid: „Mogelijk keren de landen waar nu de christenen wonen weer helemaal terug naar het heidendom. Dan zal het uur voor Afrika, Azië en Amerika zijn gekomen.”
Christelijk geloof is allang niet meer de norm, maar wordt hooguit gedoogd. Christenen leven steeds meer bij uitzonderingsbepalingen. Nog steeds is er veel wat herinnert aan het christelijk verleden. Onze samenleving (parasi)teert op de godsdienstige en burgerlijke moraal die in het christelijk verleden is gevormd. Dit loopt echter ten einde. Niet voor niets probeert onze neutrale overheid van tijd tot tijd een nieuwe basis voor waarden en normen te creëren. Zonder religieus georiënteerd fundament blijft resultaat echter uit.
Het onvermogen van een neutrale overheid uit zich ook in haar hulpeloosheid ten opzichte van een zelfbewuste islam. Haar houding tegenover de islam doet denken aan de zeventig koningen uit Richteren 1:7, die met afgesneden duimen kruimels van de vloer moesten rapen. Zó probeert onze overheid vruchteloos de groeiende islamitische ambities te bezweren.
Klauwen
De teloorgang van de christelijke traditie heeft zich op tal van punten in wetgeving, rechtspraak en politiek geuit. Het seculiere denken slaat echter zijn klauwen nog verder uit. Het blijft niet alléén bij het ruimte geven aan allerlei seculiere inzichten. Er waait een geest die alles wat herinnert aan het christelijk verleden wil elimineren. Wie in de Tweede Kamer wil debatteren aan de hand van religieuze argumenten hoeft niet te rekenen op debat. Het beginsel van de scheiding van kerk en staat slaat elke verbinding tussen godsdienst en politiek dood. In deze denktrant wordt godsdienst naar het privédomein verwezen en beroofd van zijn betekenis voor het publieke leven.
Scheiding van kerk en staat betekent hier een strikte scheiding tussen politiek en godsdienst. „De zogenaamde scheiding van kerk en staat, zoals zij vaak wordt aangeprezen, is de vereniging met onverschilligheid en ongeloof en leidt tot onverdraagzaamheid en vervolging van al wat zich naar de eisen van het ongeloof niet voegt.” (Groen van Prinsterer) Een overheid die haar christelijke wortels doorsnijdt, wordt geen onpartijdige overheid, maar blijkt intolerant te worden ten opzichte van de oorspronkelijke christelijke identiteit.
Acceptatie van de homoseksuele praktijk is vandaag zowel heet hangijzer als breekijzer. Er moet niet alleen ruimte bestaan om ‘gewoon homo’ te zijn en daarnaar te leven, maar iedereen moet dit verschijnsel ook daadwerkelijk accepteren. Columnisten mogen probleemloos iedere christen een „christenhond” of een „misdadiger” noemen, maar als iemand zich afkeurend uitspreekt over de homoseksuele praktijk veert de politiek woedend op. Groeperingen die de homoseksuele praktijk niet aanvaarden, moeten met overheidssteun worden aangezet om van gedachten te veranderen. Een stevig deel van de Tweede Kamer wil bovendien de beleidsruimte van christelijke scholen om praktiserende homoseksuele leerkrachten te weren, wegnemen. We kennen al een beroepsverbod voor trouwambtenaren die niet vinden wat het COC, de belangenorganisatie voor homo’s, vindt.
Spelbreker
Rechtspraak en wet- en regelgeving raken meer en meer geïnfecteerd door een seculiere religiositeit. Dat maakt de marges voor christenpolitici om te komen tot principiële beleidswijzigingen steeds kleiner. Dit geldt zelfs als men is toegetreden tot het regeringskasteel of deel uitmaakt van een gedoogconstructie. Zo zal in de politiek steeds vaker alléén de mogelijkheid van het christelijk getuigenis overblijven. Dat is niet alleen verlies, maar biedt ook perspectief. Er is niets waaraan ons land en onze overheden meer behoefte hebben dan aan een helder Bijbels en getuigend geluid.
Christenpolitici zullen steeds vaker spelbreker zijn. Zij kunnen niet meezingen of meedansen als er wordt gespeeld op de seculiere fluit. Ten diepste draait het ook in de politieke strijd van onze dagen om de erkenning van Gods soevereiniteit. We buigen daarvoor of we struikelen erover. De oorzaak van de malaise op politiek en maatschappelijk terrein ligt in het ongeloof. Hiertegen bestaat maar één remedie: de belijdenis van het Evangelie.
Het mag ons gebed zijn dat in de huidige verscheurde werkelijkheid, waarin het irrationele de boventoon voert, dit getuigenis van een vaste grond en een vaste hoop nieuwe zeggingskracht krijgt. Het geloof overwint de wereld, ook in de 21e eeuw. Deze notie behoedt bovendien voor een neerzien op de wereld. De toestand in onze samenleving toont dat dít geloof er niet is geweest.
De auteur is kandidaat-senator voor de SGP.