„Wie Israël vergeet, zaagt de tak door waar hij zelf op zit”
VEENENDAAL. De vraag of de vervangingstheologie werkelijk is verdwenen, kan dr. M. van Campen niet direct met ja beantwoorden. „Zolang deze niet is overwonnen, ontstaat er een voedingsbodem voor antisemitisme.”
Dat stelde de voorzitter van de stichting Vrienden van het Cheider gisteren in Veenendaal tijdens een lezing op de voorjaarsvergadering van de kring van hervormd-gereformeerde emeritus predikanten, predikantsvrouwen en predikantsweduwen. Dr. Van Campen sprak over ”Het Cheider in een bedreigende situatie”.
Het Cheider, de enige orthodox-Joodse school in Nederland, is in 1974 begonnen in een huiskamer (”cheider”) en in 1994 met 300 leerlingen verhuisd naar een schoolgebouw in Amsterdam. Vanaf het begin kampt de school met financiële tekorten. Veel voorzieningen worden door de ouders gedragen. De ouderbijdrage voor de school bedraagt 8000 euro per jaar. De zorgen blijven volgens dr. Van Campen groot. De school telt nog slechts 160 leerlingen. „Er moet een wonder gebeuren, wil het Cheider de komende jaren blijven bestaan.”
De jongens en de meisjes leren en spelen gescheiden van elkaar. Dr. Van Campen: „Het dagelijks onderwijs op de school begint met gebed. Vanaf het vierde jaar leren de kinderen het Hebreeuwse alfabet. In de hogere klassen krijgen ze les over de Joodse feesten.” Centraal in het onderwijs staat volgens dr. Van Campen de Thora in ruimere zin. Behalve op de Joodse leer ligt alle nadruk op de orthopraxie, de handel en de wandel. De kinderen verblijven vijftig uur per week in de school.
Sinds zijn oprichting wordt de school beveiligd. Het vervoeren van de kinderen gebeurt in busjes met kogelvrij glas. Sinds enkele maanden staat er voor de school een post met politiebewaking.
Dr. Van Campen vertelde dat orthodox-Joodse jongens en mannen niet over straat durven met een keppeltje op. Hebben christenen een taak in deze zaak? Volgens dr. Van Campen wel. Het is noodzakelijk dat er op scholen en tijdens catechisatie voorlichting wordt gegeven over antisemitisme. Verder hekelde hij de nog altijd niet verdwenen vervangingstheologie, de gedachte dat de kerk Israël vervangt als uitverkoren volk van God. Ook wat betreft de voorbede in de kerk om vrede voor Jeruzalem is er volgens hem nog wel enige winst te boeken. De verbondenheid met Israël is een Bijbelse opdracht, stelde hij. „Wie Israël vergeet, zaagt de tak door waar hij zelf op zit.”
In zijn openingswoord stelde prof. dr. W. Verboom dat passie voor Israël geen hobby is, maar voortkomt uit een diepgaande Bijbelse belangstelling. Vanuit Mattheüs 11 liet hij zien hoe Johannes de Doper preekte in het perspectief van het komende Koninkrijk. „Wat is groot en wat is klein in de wereld van vandaag? Wat groot is in de wereld, is klein in Gods Koninkrijk. Jezus draait het om. Wie in het Koninkrijk van God deelt, is groot, ook al ben je de kleinste. Was Goliath groot? Was David klein? Was het zwaard van de IS-beul groot, en waren de koptische christenen klein?”